42
pondgelde, dat minen lieven heere verschenen is tot Arnemude
van dat men boven in Middelburch bringt... 10 2 sc. 3 d.gr."
Zijn verdere geschiedenis hangt met de ontwikkeling van het
Middelburgsche stapelrecht ten nauwste samen.
Wat nu dit stapelprivilege betreft, het kwam te laat en had
bovendien in zijn oorsprong toch iets te kunstmatigs, dan dat
het zich in volle kracht heeft kunnen ontwikkelen. Vooral
toen meer en meer de Honte ook voor grooter schepen be
vaarbaar begon te worden en het gevaar dreigde, dat de
schepen met ongebroken last direkt naar Antwerpen opvoeren,
heeft Middelburg, anders bv. dan Dordrecht, dat de teekenen
des tijds niet bleek te verstaan en zich tot het einde toe aan
zijn stapelrecht hardnekkig heeft vastgeklampt, de bakens
bijtijds verzet, toen het getij dreigde te verloopen. Bovendien
was de nieuwe landsheer, Philips van Bourgondië, die grooter
gebied bestreek dan zijn voorganger in Holland en Zeeland
en dientengevolge met meerderer belangen moest rekenen,
niet van zins het zich steeds meer ontwikkelend verkeer door
Zeeland naar Vlaanderen en Brabant terwille van een enkele
stad, dus eenzijdig, te behartigen. Ongemerkt en als vanzelf
ontwikkelde zich dan ook het gebruik, dat de schepen, die
voor Walcheren kwamen, maar wier bedoeling was naar
Vlaanderen of Brabant hun goederen verder te expediëeren,
van de verplichting om binnen Middelburg te verbodemen
werden ontslagen, mits zij den rentmeester ten behoeve van
den landsheer een zeker recht men noemde dat compo-
seeren voldeden Evenals ook elders geschiedde, werd
dus ook hier langzamerhand het stapelrecht een verkeerstol.
ons liefs gheduchten heere porteren niet en ziin, 1 gr. van den pont gr.,
daer die rentmeester van tsheren weghen die helft of ontfanct ende die
stede tander helft" ook die van 1399/1400, 1403/4, 1404|5 (de andere
ontbreken) verantwoorden dezen postde opbrengst bedroeg resp. 3 lib.
10 sc., 2 lib. 8 sc., 6 lib. 15 sc., 18 lib. 4 sc. 8 gr. Misschien is er dus reeds
in deze jaren van vestiging van den stapel te Middelburg sprake geweest,
en gaf het privilege van 1405 bevestiging daarvan.
1) Zie voorbeelden bij Sneller, a.w. p. 33.