58
voor in de welsprekendste termen zijn gunstige ligging aan 1).
De Engelsche kooplieden waren, zooals nog in bijzonderheden
zal blijken 2), ook zonder dat hun stapel er officieel gevestigd
was steeds in grooten getale te Middelburg komen handelen,
maar er was de stad veel aan gelegen, dat ook zij hun resi
dentie natiewijs" binnen haar muren zouden houden. In 1512
scheen dit te zullen gelukken, toen voor zeven jaar een over
eenkomst werd gesloten betreffende hun vestiging aldaar3).
Inderdaad kwamen de kooplieden officieel binnen Middel
burg, maar vóór de genoemde termijn verstreken was waren
zij reeds weer verdwenen4). En toen, in 1558, Calais aan
Frankrijk was teruggegeven, deed de stad, in samenwerking
met Leiden, een poging om den stapel der Engelsche wol te
verwerven5). Ondanks het feestelijk onthaal, de rijke ge
schenken en de gunstig schijnende voorwaarden, aan de
gecommitteerden van den stapel aangeboden, had Middelburg
ook hierbij geen succes Brugge werd boven de Arnestad
uitverkoren.
Gunstiger echter waren haar kansen ten aanzien der wes-
tersche waren. In 1521 richtte Middelburg tot den keizer het
verzoek aan de stad te willen accordeeren ,,1'estaple de tout
les vins, weddes, fer, huylles et fruys» qui doresenavant
viendront de la mer occidentale et du coté de west, si avant
qu'ilz toucheront le stroom de la mer et les rivieres de nostre
pays de Zeellande, assavoir de Wielinghe, Bareshoucke et
le Roompot" het privilege van 1433 was, naar men ziet.
nog niet vergeten waarvan men verbetering van den als
zeer slecht geschilderden toestand hoopte6). Aan zekeren
Hans van Oosten werd het vervaardigen van een „patroon"
van Walcheren opgedragen, dat aan de regeering zou worden
1) Kölner Inventar I no. 2139. Waarover de onderhandelingen
liepen, die in 1519/20 met de Hanze werden gevoerd (zie Bronnen II
no. 304), blijkt helaas met.
2) Zie hierna 3. 3) Bronnen III no. 447.
4) Bronnen II p. 441.
5) Bronnen III nos. 744, 749, 751, II no. 342, p. 505.
6) Bronnen III no. 490 zie ook II p. 448.