59
vertoond, en naar den trant des tijds werden aan verschillende
grootmachtigheden op hoop van zegen geschenken ver
eerd 1De keizer droeg aan ee.nigen zijner ambtenaren
voor hen was het smeersel voornoemd bestemd op hiernaar
een onderzoek in te stellen. Hoe dit is afgeloopen, weten
wij niet, doch de conclusie, die Leiden voor zijn deputatie ter
dagvaart nam2), deed voor Middelburg weinig goeds ver
wachten. In October 1549 diende de stad in ieder geval weer
een dergelijk verzoekschrift in, nadat eenige maanden daar
voor er met den heer van Beveren over was gesproken 3
Een landsheerlijke beslissing is ook hierover niet bewaard,
doch de veronderstelling ligt voor de hand. dat ook zij niet
gunstig is geweest. Slaagde de Arnestad er dus niet in, weer
een algemeen stapelprivilege machtig te worden, ten aanzien
van een der belangrijkste westersche waren, den wijn. had
zij meer succes.
In den loop der 15e eeuw, toen Brugge ten ondergang
nijgde, hadden de Bretons de eerste verschenen in 1445,
doch hun lading is onbekend meer en meer dit produkt
van Zuid-West-Frankrijk naar Walcheren gevoerd4), dat
daarvoor blijkbaar een bijzondere geschiktheid heeft gehad,
en naast hen kwamen in de 16e eeuw Hanzeaten en Water
landers met Fransche, en ook Spaansche, wijnen naar de
Arnemuidsche reede. Maar hoezeer Middelburg ook hun voor
keur had, andere steden lieten niet na te trachten, dit voor-
deelige verkeer binnen hun muren te trekken.Twee 3ernstige
concurrenten had de Arnestad hierbij de heer van Beveren
en die van Bergen-op-Zoom. en van deze beiden was de
eerste haar wel het gevaarlijkst. Want sinds hij, naast zijn
1) Bronnen II p. 447 n. 3.
2) Bronnen ITI no. 486 „dat zeer te letten staet up nyewicheden.
ende niet lichtelicken in nyewicheden en behoert te stemmen ende dat
men doen sal by den anderen steden". 3) t.a.p. no. 660.
4) Zie hiervoor dr. W. S. linger, De scheepvaart der Bretons naar
de Walchersche reede (Bijdr. Vad. Gesch. Oudh. VI 8 p. 225 vlg.).
5) Ook Zieriksee was, zooals nog nader blijken zal, niet geheel
zonder gevaar. In 1511 deed deze stad een poging, de Bretons tot zich
te lokken, zie Sneller en Linger, Bronnen no. 491.