60
oorspronkelijk domein, Veere, in 1453 ook eigenaar geworden
was o.a. van Vlissingen, omklemde zijn gebied ter weerszijden
Middelburg's verbinding met de zee1). Eindeloos waren de
moeilijkheden en groot was de zorg, die deze toestand aan
de stad bereidde herhaaldelijk werd door Middelburg hier
over bij den landsheer geklaagd. In 1496, in 1519 en in 1521
deed de heer van Beveren een poging, de Bretons/naar Veere
te lokken 2als een dreigend zwaard hing Middelburg de
mogelijkheid boven het hoofd, dat de haven van Vlissingen
door hem zou worden verbeterd en vergroot. Wel had keizer
Karei, die de stad steeds zeer gunstig gestemd is geweest,
in 1536 het maken van havens en kaaien tusschen Arne-
muiden en Vlissingen verboden3), maar de heer van Beveren
liet niet af en in 1545 tastte hij, onder voorwendsel dat de
bedoelde vergrooting der haven alleen ten dienste was der
visscherij, door. Middelburg verzocht van hem de pertinente
verklaring, dat hij de stad niet van de negotiatie van wijn,
olie, fruit en grof zout zocht te berooven, noch eenige vreemde
natie aan haar wilde onttrekken alleen die goederen zouden
er mogen worden opgeslagen, die door inwoners van Vlis
singen waren aangevoerd, waarvan men dan nog te Middel
burg een verklaring moest komen afleggen4). Bij het boven
genoemde verzoek om den westerschen stapel te mogen krij
gen, werd dit streven herhaald en geaccentueerd alleen
haring en visch en de goederen, die Vlissingers op eigen
schepen zouden aanbrengen, mochten in de Scheldehaven
worden gelost. Ook ten aanzien van Veere droeg Middelburg
zijn wenschen voor het mocht de goederen, „specialicken"
op die stad „bevracht ende geconsigneert, genadiglijk be
houden' maar „goeden ofte coopmanscepen van vendainge,
als wijn, fruyt ende olie", mochten aldaar niet worden opge
slagen. Kan het verwondering wekken dat de stadsregeerders
in 1558, toen de laatste heer van Veere dan eindelijk ge
storven was en het markiezaat te koop kwam, er op bedacht
1Zie ook Sneller, Walcheren p. 47 vlg., p. 70 vlg.
2) Sneller en Unger, Bronnen nos. 214, 539, 552, 567.
3) Bronnen I no. 661. 4) t.a.p. no. 669.