69 hebben gelost, te Arnemuiden of te Veere1) gedurende de wintermaanden slechts een veilige schuilplaats tegen de ge varen van dit jaargetijde de bekende „winterlaghe 2 om in het vroege voorjaar, vaak in ballast3), weg te zeilen naar de havens der Fransche of Iberische kusten, vanwaar zij met zout geladen naar hun vaderland terugkeerden, doch ook wel sommigen Walcheren aandeden op hun terugreis. Zoo bv. schipper Kerstin Koselare, die in 1456, uit Lissabon ko mend. te Arnemuiden op vermoeden, dat hij een Danziger was of althans zijn goed daar thuishoorde, werd lastig ge vallen4) zoo een schipper uit Danzig, die eenzelfde lading naar Walcheren bracht om te zien. of hij ,,tvoorscreven zout tzynen schoonsten vercoopen mochte" 5), en die Kamper schipper, die, met zout uit Brouage te Arnemuiden gekomen, tengevolge van een der tallooze middeleeuwsche kaperge schiedenissen aldaar met beslag werd verwelkomd6). Doch Reygersberch, Zeeland's oudste chroniqueur, overdrijft stellig wanneer hij bericht dat omstreeks 1505 ,,die oostersche sche pen niet verder westwaert en toghen dan in Zeelant, ende daer coften se haer sout, dat se oostwaert voerden." Inder daad had Zeeland, en ook Walcheren, een zouttrafiek van eenig belang7), en ook werd, vooral na den ondergang van Brugge, de Walchersche reede een plek, waar Oost en West elkaar ontmoetten. Maar reeds één blik in de meergenoemde rekeningen van in- en uitvoer doet zien, dat de voorstelling van Reygersberch onmogelijk juist kan worden geacht. Talrijk immers zijn ook in de 16e eeuw de Hanzeschippers, die te Arnemuiden, en ook wel te Middelburg, binnenliepen met 1Voor de betrekkingen der Hanze tot Veere, zie Sneller, Walche ren p. 73, 113 vlg. Voor de 16e eeuw ook Bronnen III app. IIII. Na 1561 echter vertoont het Hanzeverkeer een opmerkelijke vermindering, zie t.a.p. p. 825 n. 101110. 2) Zie hiervoor W. Vogel, Geschichte der deutsche Seeschiffahrt (Berlin, 1915) I p. 308, en H. U. B. VIII no. 316. 3) Zie bv. H. U. B. VIII no. 821 (1429). 4) t.a.p. no. 538 zie ook Bronnen III ro. 223. 5) H. U. B. XI no. 67 (1486). 6) t.a.p. no. 956 (1496). 7) Vgl. Sneller, Walcheren p. 107 vlg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 135