72 brengen. Voor de andere waren echter bleven zij voor en na op hun reis naar en van het Westen de Arnemuidsche reede bezoeken. De meergenoemde rekeningen van in- en uitvoer bevatten hieromtrent een groot aantal posten, die dit duidelijk doen uitkomen ook de Walchersche ankeragelijsten lichten dit verkeer toe. Het meerendeel der Hanzeaten kwam uit het Oosten Lübeckers en Danzigers, doch tegen het midden der 16e eeuw na den achteruitgang der Travestad vooral Hambur gers 1daarnaast zeilden een enkele maal ook Hanzeschip- pers voor rekening van te Antwerpen gevestigde Oosterlingen van Arnemuiden westwaarts 2). Was en werk, teer en vooral hout waren de produkten, die toen hun lading uitmaakten 3), gelijk omgekeerd zuidvruchten en andere Iberische waren, wijn en vooral zout door hen naar Walcheren en vandaar naar het Oosten werden gevoerd4). Dit laatste haalden zij óf van Brouage, óf van Setubal en andere Iberische zout- havens den wijn brachten zij vrnl. van La Rochelle naar het Oosten. Statistisch is hieromtrent niet veel mede te deelen. Slechts voor het eind onzer periode staan ons enkele cijfers hierover ten dienste. Hoeveel Hanzeschippers van de Arne- havens westwaarts zeilden, is onbekend, maar van het om gekeerde bieden althans de ankeragelijsten enkele gegevens 5). Hieruit laat zich over de jaren 15671571 opstellen het 1Voor de verdeeling over verschillende steden, zie E. Wiskemann, Hamburg's Stellung in der Welthandeispolitik von den Anfangen bis 1814 (Hamburg, 1928) p. 5660. 2) Zie hiervoor J. Strieder, Aus Antwerpener Notariatsarchiven (Stuttgart. 1930), nos. 76, 308. Voor contracten met andere (Zeeuwsche, Bretonsche, Spaansche) schippers vandaar, zie t.a.p. nos. 15, 277, 297, 667, 682 zie ook L. van der Essen, Contribution a I'histoire du port d'Anvers et du commerce d'exportation des Pays-Bas vers l'Espagne et le Portugal a l'époque de Charles-Quint (15531554) (Bulletin de l'Aca- démie royale d'archéologie de Belgique, 1921). 3) Bronnen III p. 500, 617, 625, 630. Een enkele maal (t.a.p. p. 474) wordt ook boter genoemd. 4) t.a.p. p. 431, 442, 496, 497, 499, 512, 514, 590—592, 599, nos. 683, 692, 710, appendix III. 5) t.a.p. p. 827 n. 10, 12, 14, 15.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 138