75
jaar later betaalde een schipper uit Stockholm ankeragegeld
voor 4 tonnen vleesch, die hij blijkbaar als victualie mee
voerde1). De bovengenoemde ordonnantie van 1570 noemt
als Zweedsche produkten duigen, kapranen en sparren2).
b. Bretons en Franschen.
Hoe belangrijk de rol der Hanzeaten in het ruilproces
tusschen Oost en West via Walcheren ook moge zijn ge
weest, de beteekenis der Bretons en der Franschen was toch
stellig grooter. En tevens anders. Ook zij brachten zout en
wijn niet alleen van de Fransche. doch, althans de eerstge
noemde, evenzeer van de Iberische winplaatsen naar het
Noorden3). Maar terwijl slechts een, vermoedelijk gering,
deel der Hanzeschippers op hun reis naar de Oostzee Arne-
muiden aandeed, brachten de Bretons voor de Franschen
staat de zaak niet anders die waren niet verder dan
Walcheren4) uit de bekende Sonttabellen 5blijkt over
tuigend, dat hun vaart naar de Oostzee van geringen omvang
was. Naast Hanzeaten, voerden dan vooral Waterlandsche
schippers het door de Bretons aangevoerde zout, in Zeeland
gezoden en voorzoover het daar niet voor het zouten van den
haring werd gebruikt, door de Sont daarnaast brachten zij,
zooals wij zagen, ook zelf rechtstreeks dit produkt van de
winplaatsen naar het Oosten. Het vervoer van wijn echter
lag, althans in deze periode6), vrijwel uitsluitend in handen
1Bronnen III. p. 607. Ook iemand uit Friesland wordt op dezelfde
manier aldaar vermeld, 2) t.a.p. no. 862 4850, 53.
3) Aanvankelijk doelden zij vrnl. op Brugge, doch in de tweede helft
der 15e eeuw verloor deze stad ook dit verkeer aan het opkomende
Walcheren vgl. Sneller, Walcheren p. 105.
4) Hetgeen hier volgt is in eenigszins anderen vorm door mij gepu
bliceerd in mijn artikel De scheepvaart der Bretons naar de Walchersche
reede (Bijdr. Vad. Gesch. Oudh. VI 8 p. 225 vlg.).
5) N. Ellinger Bang, Tabelier over Skibsfart og Varetransport gen-
nem Oeresund I (KopenhagenLeipzig, 1906) p. 5 vlg. onder A 10.
Het jaarlijksch gemiddelde over de periode 15361649 was slechts 14.
b) Later zou het anders worden, zie Tijdschrift voor Geschiedenis
XLI p. 143, 151.