77 burg1) dan meer beteekenis in 1570 schijnt een herleving aanstaande, die door de crisis van 1572 echter spoedig te niet gaat. Zonder concurrentie was MiddelburgArnemuiden hierbij echter niet. De heer van Beveren, over wiens streven boven reeds werd gehandeld, trachtte een- en andermaal de Bretons naar Veere te lokken 2) ook Zieriksee deed daartoe in 1511 een poging onder belofte, hen vrij te houden van tol en ankerage3). Groot waren echter de opofferingen die de Arnestad zich getroostte, om dit zoo voordeelige bezoek aan haar reede te behouden. Want toen, op het einde der 15e eeuw, de schippers uit Armorica te Arnemuiden door arres ten 4werden lastig gevallen het proces der gebroeders Secondines en Thomas Bokelare5) had Middelburg zich ,,ter liefden ende comtemplaciën van denselven Bartoenen in huerlieden namen gesustineert ende gevoecht en belang rijke finantieele verplichtingen op zich genomen. In ruil daar voor hadden de Bretons, in 1505, zich verbonden voortaan van elk honderd B) zout, dat zij te Arnemuiden zouden lossen, te betalen zes gr. en van elk vat wijn 1 gr., waarvoor Middelburg een specialen ontvanger heeft aangesteld, en welke belasting tot 1519 is geheven geworden 7). Toen echter, uit vrees hen anders te zien vertrekken, schold het bestuur der Arnestad hun den achterstand kwijt op voorwaarde, dat zij Arnemuiden zouden blijven bezoeken. In September 1519 werd door de staten van Bretagne met Middelburg een handelsverdrag gesloten, dat in het voorjaar van 1520 door 1Zie Sneller en Unger, Bronnen p. 644. 2) Zie t.a.p. p. 229 n. 3 (1496), nos. 539 (1519), 552 (1521), 567 (1525) zie ook nos. 548, 704. 3) t.a.p. nos. 468, 472, 475, 498, 533, 534, 541 Bronnen II p. 416, 417. 4) Voor arrest op Bretons, zie ook Bronnen II p. 338 (1450), 366—368 (1477), 390, 391 (1491). 5) Sneller en Unger, Bronnen no.491. 6) TVi Hanzelast, overeenkomend, naar prof. Vogel mij mede deelde, met 10 register ton (niet 18, zooals Bijd. Vad. Gesch. VI 8 p. 231 n. 6 op grond van oudere gegevens werd gezegd). 7) Zie voor deze kwestie Sneelier en Unger, Bronnen nos. 538, 539, 541, 543.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 143