78 de hertogin van Bretagne werd bevestigd, en waardoor de onderlinge verhouding werd geregeld. De heer van Beveren echter kreeg bij hen geen kans. Zooals uit de ankeragelijsten duidelijk blijkt, bleven de Bretonsche schippers de voorke"ur geven aan de Arnemuidsche reede1), en slechts enkelen van de honderden, die naar Walcheren kwamen, deden voor en na Veere aan2). Vanwaar kwamen deze schippers en wat voerden zij aan Dank zij de ankeragelijsten, aan te vullen met belangrijk oorkonden-materiaal, kunnen wij hierop tamelijk nauwkeurig antwoorden. Wat het eerste betreft, houde men twee dingen in het oog, nl. de vraag, welke van de tallooze Bretonsche kustplaatsen de woonstede was der schippers, die de Wal- chersche reede bezochten 3), en vervolgens uit welke havens de Bretons daarheen hun lading aanvoerden. Van de her komst der schippers uit Bretagne is bij de bewerking der ankeragelijsten geen volledige statistiek gemaaktsteekproe ven over verschillende jaren echter doen ons zien, dat althans in de 16e eeuw ongeveer een derde hunner afkomstig was van Penmarch, aan de uiterste Zuidwestpunt van Bretagne ge legen4) Groy, Blavet, St. Pol, Crozon, Audierne, le Conquet en Morbihan leverden daarnaast een tamelijk contingent5), 1Van hier vertrokken ook de door Iberische kooplieden te Ant werpen bevrachte Bretonsche schippers naar Spanje en Portugal zie hiervoor Goris, Colonies marchandes p. 162 vlg. 2) Voor 1499, misschien een uitzondering, zie de rekening der wacht van den Zeeuwschen tol in Veere, in stadsrekening van Bergen-op-Zoom 1501/2 (Gem.-archief, Bergen-op-Zoom). Een enkele maal is ook van Bretons te Bergen-op-Zoom sprake zie Sneller en Unger, Bronnen nos. 286 (1475), 306 (1478). 322 (1481). 3) Dus de kwestie der Schifferheimat en Schiffsheimatzie hierover artikel van dr. S. van Brakel in Hans. Geschichtsblatter 1915 p. 211 vlg.. Sneller, Walcheren p. 65. 4) Zie hierover F. Quiniou, Penmarc'h, Son histoire, ses monuments (Quimper, 1915). 5) Voor cijfers, zie mijn artikel in Bijdr. Vad. Gesch. Oudheidk. VI 8 p. 234 n. 3, 4. waar evenwel Jard behoort te worden geschrapt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 144