VIII
tempel gestaan hebben althans de ooggetuige Smallegange
(Cronijk van Zeeland, 1696, p. 82) schrijft
'Na dat men uit het liggen van de t'saemgevallen steenen
kon afnemen, die seer vele eeuwen onder het Zand van de
Duinen hadden begraven gelegen, soo had het als een ronde
Kapelle geweest, waer in verscheide Altaren gestaen hadden
en de steenen, in welke de Godinne NEHALENNIA afge
beeld was, rontom in de muuren van dien Tempel.'
Ik hoop, dat mijn opvolger met zijn bekenden literairen
speurzin een revisie zal willen houden van alles, wat in be
richten van ooggetuigen en oude kaarten over plaats en bouw
orde van den Nehalennia-tempel te vinden is. Daarvan is
zeker resultaat te verwachten. J.ab Utrecht Dresselhuis (De
Godsdienstleer der aloude Zeelanders, 1845, p. 56) reconstru
eert den tempel op grond der hem bekende berichten aldus
Een steenen gebouwtje van afgeronden vorm is het Goden-
verblijf met Godenbeelden, votiefsteenen en altaren dit is de
door Smallegange beschreven 'Kapelle'. Daarbij sluit aan een
later ontbloote, grootere, rechthoekige ruimte, met straat
keien bevloerd en door overeind staande palen en planken
afgeschut, zonder beelden, behalve het Victoria-beeld, dat
hierin of hierbij stond en omtrent 1705 hoofdeloos in het
zand gevonden werd.
Vergelijkt men deze reconstructie van Dresselhuis met de
beschrijving, die F. A. J. Vermeulen (Handboek tot de ge
schiedenis der Nederlandsche bouwkunst, 1928, I 9294)
van oude Germaansche tempels geeft, dan blijkt merkwaardige
overeenstemming. Opgravingen op IJsland hebben overblijf
selen van Germaansche heiligdommen aan het licht gebracht,
die nauwkeurig overeenstemmen met de beschrijvingen, die
de Edda van zulke tempels geeft. Vermeulen veronderstelt,
dat ook Germaansche heiligdommen in onze streken hiermede
overeenkwamen. 'De IJslandsche tempels dan bestaan uit
een langgestrekte, rechthoekige ruimte, door een gesloten
tusschenmuur in twee ongelijke deelen gescheiden. De kleinste
der twee afdeelingen is de altaar- of koorruimte de grootste
het voor de menigte bestemd schip.' In het koor stonden