87
1 met boter, 1 met werk en 3 met zout. Gelijk men ziet,
ontbreekt ook in deze opgave, zooals wij bij de Bretons con
stateerden, haring en visch, en maatgevend kan daarom ook
deze niet worden genoemd.
c. Spanjaarden en Portugeezen.
Naar men weet was in de Middeleeuwen het huidige
Spanje, totdat door het huwelijk der Katholieke koningen
ook hier de staatkundige eenheid werd voorbereid, verdeeld
in een aantal min of meer verwante, doch zelfstandige staatjes.
Ook in het handels- en scheepvaartverkeer naar de Schelde-
delta teekende dit zich af. Niet één, doch meerdere naties
uit het Iberisch schiereiland bezochten Brugge, Antwerpen
en de Arnehavens. Laten wij Portugal, dat sinds het begin
der 12e eeuw een zelfstandigheid verwierf, die het met de
onderbreking van 15801640 tot den huidigen dag heeft
bewaard, voorloopig buiten beschouwing, dan kunnen wij
constateeren dat vijf of zes „naties" uit het Spanje, zooals
wij dat thans kennen, vallen op te merken van Castilië, de
Spaansche natie zonder meer1), Andalousië2), Catalonië,
Aragón en Biscaye, terwijl ook Navarra wel afzonderlijk
wordt genoemd. En zoozeer waren deze allen op hun zelf
standigheid na-ijverig, dat in 1496 de consuls der Spaansche
natie alle verband met de Biscayers, hoewel onder denzelfden
koning staande3), afwezen, toen hun kooplieden door Mid
delburg met represailles werden bedreigd tengevolge van op
poorters onzer stad door de Basken gelegd arrest4). Echter
was er ook economisch groot verschil onder hen de Basken
1Inclusief Asturië, Leon en Galicië.
2) Na het einde der Moorenheerschappij staatkundig tot Castilië
te rekenen.
3) Guipuscoa was reeds in 1200 onder Castilië gekomen, evenals
Alava. daarvóór met Asturië verbonden Viscaya werd beurtelings door
Castilië en Navarra beïnvloed, en ten slotte in 1379 door eerstgenoemd
land geannexeerd zie R. Altamira, Histoire d'Espagne (coll. Armand
Colin, Paris, 1931) p. 76.
4) Bronnen III no. 366.