91
gereede aanleiding, haar vrijgevigheid op onbekrompen wijze
ten toon te spreiden. Zoo bv. in 1539, 1555 en 1558.
Hoewel officieel de Spaansche naties zoo niet te Antwer
pen, dan toch te Brugge waren gevestigd, heeft niettemin ook
Middelburg althans een deel van hen meer blijvend aan zich
weten te binden in 1505 vestigde de natie van Andalousië
zich in de Arnestad, en, onder vallen en opstaan, werd de
toen geknoopte band aangehouden tot het jaar 1564. Ook
vóór 1505 echter had de stadsregeering pogingen in het werk
gesteld, de Andalousiërs gunstig te stemmen. In 1500 was de
pensionaris naar Brugge gezonden om te „communiceren" met
hun consuls1) in 1501 reisden leden der wet naar Bergen-
op-Zoom en Antwerpen om „met hen te tracteren op zekere
articlen. die zy begeert hadden om te commen houden huere
residentie alhier binnen Middelburch" 2), en ook in 1503 werd
aan hun consuls te Antwerpen een bezoek gebracht3). Het
duurde echter tot 1505, eer deze vestiging inderdaad plaats
vond. Het contract zelf noch de correspondentie hierover4)
zijn bewaard de stadsrekening van 1506 echter verantwoordt
de 22 gr. 's jaars, die hun waren toegestaan „ommedat zy
natiewijs alhier huer residentie houden zouden" 5), en die van
1505 rept van den maaltijd, hun door baljuw, burgemeesters
en schepenen, op het welslagen der onderneming ongetwijfeld,
vereerd 6). Maar reeds eenige jaren later ontstonden er moei
lijkheden en dreigde de natie zelfs Middelburg te zullen ver
laten 7tolbezwaren, moeilijkheden bij het lossen door de
„heudeschepen" en ten aanzien van de kraan, grieven tegen
de kuipers der wijnfusten, voerden zij aan in een langdradig
verzoekschrift8), waarin zij ook betere regeling van arresten
1) Bronnen II p. 409. 2) t.a.p. p. 411, 412.
3) t.a.p. p. 418, 419. - Wijngeschenken werden hun in 1500, 1501
en 1504 vereerd; zie t.a.p. p. 409, 411, 419.
4) Met uitzondering waarschijnlijk van het weinig zeggende stuk
van 1504 (Bronnen III no. 417). 5) Bronnen II, p. 423.
6) t.a.p. p. 421. In 1507 werd aan de natie van Sevilla ten huize
van een der burgemeesters een groote feestmaaltijd aangeboden, zie t.a.p.
no. 292 p. 424. 7) Bronnen III nos. 440, 441. 8) t.a.p. no. 443.
