92 en andere civiele geschillen eischten en o heilig huisje der middeleeuwsche economische ordening de vergun-^ ning, in de stad zoowel in het groot als en detail te mogen verkoopen. En Pieter Remijn Sezijn, toen gaugiermeester en later lid van het stadsbestuur, melding makend van de be zwaren der natie tegen de strenge toepassing van het privilege van de gauge, bovengenoemd, ried aan den boog niet al te strak te spannen, „want tis bycants al dat de stad nu heeft"i). Maar alles liep goed voor Middelburg af het contract werd vernieuwd, en in hetzelfde jaar vestigde ook de Engelsche natie zich binnen de stad. De stadsregeering stond hun jaar lijks 200 gulden toe zoolang zij „nacyewijs huere residentie mit hueren coopmanscepen binnen der voirscr. stede houden zullen"2) (dus ongeveer anderhalf maal het bedrag van 1505), en schonk aan Pieter Pinto, die zich bij zijn landge- nooten had gevoegd, „tot lichtenisse van zijndre huyshuere" een jaarlijksche toelage van 50 gulden, en aan Alvero Pinto „zijn leven lanck", doch onder hetzelfde voorbehoud, een jaarlijksche vereering van 40 gulden3). En tot 1564 is dit bedrag ieder jaar aan den consul uitgekeerd toen werd, „alsoo nu tegenwoordelick nyemandt van de voorscr. natie hier nyet meer en resideert", aan den laatsten vertegenwoor diger der natie van Andalousië „voor een afscheyt" nog een half jaar toelage geschonken, terwijl tevens werd bepaald, dat indien „eenighe van de Spaensche natie naermaels eenighe goede traffijcque binnen deser stede bracht", hij „in sijn privé" van stadswege daarvoor een „gratuyteit" zou genieten4). Echter, ongestoord heeft Middelburg deze kooplieden niet bezeten. De band met Antwerpen was nooit geheel verbroken, en in 1520/21 reisden leden der stadsregeering ter bespreking met Pieter Pinto voornoemd de Schelde op5) in 1538 deed de markies van Bergen een poging, de Andalousiërs, evenals, naar wij boven zagen, de natie van La Rochelle, van Middel- 1) Bronnen III no. 441. 2) t.a.p. no. 444. en II p. 435. 3) Bronnen II, p. 432435. 4) t.a.p. no. 349, III no. 814. 5) Bronnen II nos. 448, 449.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 158