98
een te Middelburg woonachtigen Franschman, zich van een
Bretonschen schipper voor het vervoer van wijn van Bordeaux
naar Walcheren 4).
Ten slotte nog een bijzonderheid. Een te Antwerpen ge
vestigde Spanjaard verleende, in 1533/34, aan Middelburg
zijn dienst als geldschieter2), bezigheid, bij de Italianen in
dien tijd heel gewoon, doch bij de bewoners van het Iberisch
schiereiland toch wel een zeldzaamheid.
De Spaansche havens, vanwaaruit bovengenoemde produk-
ten naar Walcheren werden gevoerd, kan men in twee
groepen verdeelen de Noord-Spaansche, waarvan S. Sebas
tian, Bilbao, Santander en Laredo de belangrijkste waren,
en de Zuid-Spaansche het reeds genoemde Condado,
S. Lucar de Barrameda, Cadix3). Laatstgenoemde4) werden
vrnl. bediend door Bretonsche en Waterlandsche schippers,
terwijl ook de Hanzeaten, naar wij zagen, er zich vertoonden,
doch eenigszins bruikbare statistische gegevens staan ons niet
ten dienste5). Spaansche schippers treft men daar niet of
bij hooge uitzondering aanB). Maar in de Noord-Spaansche
havens, vanwaar de wol en het ijzer kwamen, was het juist
1) Sneller en Unger, Bronnen no. 405. 2) Bronnen II no. 318.
3) Met de Spaansche Middellandsche zee-havens had Walcheren in
deze periode weinig of geen connectie in 1551 kwamen Waterlandsche
schippers uit Malaga aan, zie Bronnen III p. 591594. Voor Catalonië,
zie hiervóór p. 88.
4) Voor de rivaliteit tusschen S. Lucar, natuurlijke voorhaven van
Sevilla en Cadix. zie A. Girard, La rivalité cominerciale et maritime entre
Séville et Cadix jusque a la fin du XVIIIe siècle (Paris, 1932).
5) Een algemeen beeld krijgt men uit de meergenoemde rekeningen
van 1551 en 1552 uit de rekening van den aanvoer van wijn te Middel
burg 1565/66 (Sneller en Unger, Bronnen no. 778) blijkt, dat in dat jaar
1/s van den wijnaanvoer in handen der Bretons lag, bijna de helft in die
der Waterlandsche schippers voor 1566/67 (t.a.p. no. 785) bedroeg het
voor beiden ongeveer 1ls- Zie ook rekening Zeeuwschen tol 1570 (R.A.
in Zeeland, Aanwinsten 1932 no. 17).
6) Voor een merkwaardig geschil over vracht van wijn, zie Bron
nen III no. 396. In 1506 zijn zij in contact met Italiaansche kooplieden,
zie t.a.p. no. 422.