99
omgekeerd. Daar was het den vreemdelingen alleen geoor
loofd te laden, als inlandsche schippers ontbraken1). De
rekening van den Zeeuwschen tol van 1570 bevestigt dit
volkomen 2geen andere dan Spaansche schippers voerden
vandaar hun lading te Arnemuiden aan3Doch hoezeer
ook bedreven op zee 4toch staat de scheepvaart der Basken
in twee opzichten bij die der Bretons achter zij gingen minder
ver van huis dan deze5), en waren, althans op de Arne-
muidsche reede, in omvang van hun noordelijke concurrenten
de minderen 6). Zij verschenen er wat later de eerste beta
ling van ankerage door een Spanjaard valt in 1450 en, wat
belangrijker is, in veel geringer aantal dan de lieden uit
Armorica7) slechts tweemaal, nl. in 1524/25 en 1528/29,
overschrijdt hun aantal de honderd, en te Middelburg is hun
bezoek bepaald minimaal 8). En toch ontbrak het niet aan
pogingen, hen gunstig te stemmen. Of de stadsregeering
gevoelig was voor de klagelijke herinnering aan de „grans
benefices", die de natie aan Middelburg had verschaft, geuit
toen in 1496 een schip uit Bilbao met arrest was lastig
gevallen 9), meldt de historie niet, doch in 1500, 1501 en 1503
1) Goris, Colonies marchandes p. 160 n. 1. Reeds in 1398 was een
dergelijk verbod uitgevaardigd, zie H. G. BI. 1894 p. 50. De Katholieke
koningen hadden in 1504 de Nederlanders zekere vrijheid in deze ver
leend, zie Bronnen III no. 414.
2) Rijksarchief in Zeeland, Aanwinsten 1932 no. 17.
3) De ankeragerekening 1570/71 echter vermeldt, dat 12 Hanzeaten
van Santander te Arnemuiden arriveerden, zie Bronnen III p. 828 n. 15.
4) Naar men weet hadden de Basken in de 16e eeuw groot aandeel
in de walvischvangst in de Poolzee.
5) Zeer duidelijk blijkt dit ook uit de cijfers van de boven aangehaalde
rekening van den Zeeuwschen tol van 1570. Van de 34 Spaansche
schippers, daar genoemd, kwamen uit Biscaye 26, Laredo 4, Condado 1,
Sluis 1, onbekend 1.
6) Het zou interessant zijn indien uit Engelsche archieven gegevens
over de scheepvaart der Basken en evenzeer die der Bretons zouden
kunnen worden gepubliceerd op de wijze, waarop wij thans voor Wal
cheren zijn ingelicht. Dat zij er verschenen, blijkt uit de Letters and
papers Henry VIII en andere publicaties van het Record Office.
7) Bronnen III p. 818 vlg. 8) t.a.p. p. 826. 9) t.a.p. no. 365.