X zijn zwaard, als om het onrecht, zijn god aangedaan, te wreken, door uitzinnige woede gedreven, Christus' priester een slag op het hoofd. Doch daar God Zijn dienaar be schermde, liep deze door den houw in 't geheel geen ver wonding op. Toen Willibrord's makkers het zagen, schoten zij toe om het snoode voornemen van den goddeloozen' man door zijn dood te wreken. Maar de man Gods bevrijdde met zachtmoedigheid den schuldige uit hun handen en liet hem ongemoeid nochthans werd deze denzelfden dag door een duivelschen geest overvallen en op den derden dag kwam er een ellendig einde aan zijn rampzalig leven. En omdat de man Gods naar 's Heeren voorschrift niet wilde, dat wraak genomen werd voor het hem aangedane onrecht, is het ter stond door den Heere gewroken, zooals geschreven staat over het onrecht, dat boozen zich niet ontzien Zijne heiligen aan te doen Mij is de wrake, ik zal het vergelden, zegt de Heer.' Dit is het oudste en betrouwbaarste verhaal over deze gebeurtenis. Is deze zending op Walcheren wel erg geslaagd Of bleef het aan anderen voorbehouden Walcheren te kerste- quasi dei sui iniuriam vindicaret, in impetu animi insanientis gladio caput sacerdotis Christi percussit sed. Deo defendente servum suum, nullam ex ictu ferientis laesuram sustenuit. Socii vero illius hoe videntes, pessi- mam praesumptionem impii hominis morte vindicare concurrerunt. Sed a viro Dei pio animo de manibus illorum liberatus est reus ac dimissus qui tarnen eodem die demoniaco spiritu arreptus est et die tertia infeliciter miseram vitam finivit. Et quia vir Dei iuxta praeceptum Domini suas iniurias ulcisci noluit citius tarnen a Domino vindicata est, sicut ille de iniuriis, quas in sanctos suos impii agere non metuunt Mihi vindictam, ego retribuam, dicit Dominus.' Sommige hss, luiden 'quandam insulam oceani Walicrum nomine, in qua antiqui erroris idolum remansit, ad quod statuto tempore omnis congregabatur populus, illud colens summa veneratione. Quod cum vir Dei zelo fervens confringere niteretur ac nomen delere desub caelo, praesente etc.' vertaald 'een eiland aan den oceaan, Walicrum, ge naamd, waar een beeld van de oude dwaalleer overig gebleven was, bij hetwelk op gezette tijden het geheele volk samenkwam om het hoogelijk te vereeren. Toen de man Gods, van ijver blakende, dit wilde breken en deszelfs naam van onder den hemel uitdoen' enz. (vgl. Deut. 9, 14).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 16