107
voeer-artikel was het zout 1gewonnen in de pannen bij
Setubal, dat reeds omstreeks het midden der 15e eeuw wordt
genoemd2). Voor den omvang daarvan geven, bij uitzonde
ring, de ankeragecijfers ons eenige gegevens. Deze bedroeg
1524/25 537 honderd.
1525/26 282 1 quartier.
1526/27 318 3
1527/28 271 1
1528/29 826
Doch in toenemende mate, naar uit de rekeningen van 1552
en 1553 blijkt, namen Nederlandsche, vrnl. Waterlandsche,
schippers aan de Portugeesche zoutvaart deel3).
Daarnaast moeten, maar in veel geringer hoeveelheid, vijgen
en andere zuidvruchten4), suiker, vrnl. van Madeira5), en
kurk worden vermeld ook wijn, olie, weed, wol, runder
horens, pantoffels, gember en specerijen komen een enkele
maal in de rekeningen voor. terwijl in 1492 van den factor
een groote hoeveelheid „Spaansch koren" 6) werd gekocht 7).
MiddelburgArnemuiden toont dus ten aanzien van den
invoer uit Portugal een gansch ander beeld, als Goris8) ons
voor Antwerpen heeft geteekend.
Ook ten aanzien van hetgeen van de Walchersche reede
naar Lusitanië werd gevoerd, is dat het geval. Koper, een
der belangrijkste artikelen van den Antwerpschen uitvoer naar
Portugal, wordt in onze bronnen slechts eenmaal genoemd 9).
De waren echter, die wij ook in den uitvoer naar Spanje
1) Zie Bronnen III nos. 692, 694, 707, 710 en p. 832833.
2) t.a.p. no. 223.
3) Zie t.a.p. nos. 707, 710. Het belang der Waterlandsche zoutvaart
ook reeds in deze periode blijkt eveneens uit de rekening van den Zeeuw-
schen tol van 1570 (Rijksarchief in Zeeland. Aanwinsten 1932 no. 17).
Van de 76 schippers kwamen 30 uit Setubal en Lissabon. Ook de Han-
zeaten namen een belangrijke plaats hierbij in. Van de 218 Hanzeschippers
kwamen 82 uit Setubal, 20 uit Lissabon en 1 uit Aveiro te Arnemuiden
aan. Portugeezen komen hierbij niet (meer) voor.
4) Bronnen III no. 387. 5) t.a.p. no. 379.
6) paradijskoren (soort specerij). 7) Bronnen II p. 392.
8) Colonies marchandes p. 236 vlg. 9) Bronnen III no. 411.