108
aantroffen scheepsbouwmateriaal en lakens, waren ook de
voornaamste van de vele artikelen, die naar Portugal werden
gevoerd. Delen en ander hout, vlas en werk, hennip en
hennipgaren, harpuis en teer, linnen en diverse lakens
„outrefynen", Haarlemsche, Vlaamsche en Engelsche) ko
men in groote hoeveelheden in de meergenoemde rekeningen
van 15431545 en 1552/53 voor1) daarnaast worden ge
noemd boter, Oostersche hammen, spelden, veeren, lood,
ijzer, aluin, kalfsvellen, kaarsen, speelkaarten, bogen, „hou
ten stoelen ende lanteernen", een veldbed en een wind- en
een „quarnmuelen". Naar Madeira ging een lading Engelsch
laken 2).
Het is niet wel mogelijk ten aanzien van het Portugeesch
Walchersche verkeer in cijfers uit te drukken, welk deel
daarvan in handen van Portugeesche, welk in handen van
vreemde schippers lag. De landgenooten van hen, die de
Kaap omzeilden en het eerst den zeeweg naar Indië bevoeren
de schippers van Villa do Conde komen in de rekeningen
het meest op de Walchersche reede voor waren echter
niet de eenige, die het verkeer tusschen Taag en Arne onder
hielden. Boven wezen wij reeds op de beteekenis, die de
Waterlanders zich op het eind onzer periode in de zoutvaart
hadden verworven. Maar ook Hanzeschippers en Bretons
speelden in dit verkeer een rol. Reeds in 1459 treffen wij een
Amsterdamschen schipper in Lissabon aan, die vandaar naar
Arnemuiden of de Wielingen zou varen3) in 1486 wordt een
Hanzeschipper, met zout uit Lissabon gekomen, daar ver
meld4) Bretons voeren van Walcheren naar Lissabon en
naar Madeira5). En ook den grooten naam der Fugger
ontmoeten wij in dit verkeer. In 1514 legde een koopman
1) Bronnen III nos. 605, 607609, 612, 614, p. 535, nos. 689691,
693, 708, 709. 2) t.a.p. p. 518. 3) t.a.p. no. 234. 4) t.a.p. no. 332.
5) t.a.p. nos. 379, 426. Omstreeks 1580 wordt door den gemach
tigde der Nederlandsche kooplieden geklaagd over de concurrentie, hun
door de Bretons te Lissabon aangedaan zie Sneller en Unger, Bron
nen no. 850.