112
was, slechts voor de oudere periode eenig houvast, en ook
hier ontkomt men niet aan den indruk, dat ook met hen
meermalen moet zijn gecomposeerd. Doorloopend echter zijn
de betrekkingen met de koningin van de Adria niet geweest
slechts af en toe heeft het verkeer der Venetiaansche schip
pers en kooplieden aan de Arne wat meer beteekenis. Zoo bv.
in 1470 en in 1558. Nadat reeds in 1469 de ambassadeur van
Venetië door wijngeschenken in goede stemming was ge
bracht, overlaadde het stadsbestuur in 1470 de Venetianen
met weldaden aan de kapiteins der galeien werd ,,tot een
ewige memorie", vereerd „een bort, gepingeert ende ge-
maelt metten wapenen van den capiteynen voirscr." de con
suls werden op wijn onthaald, evenals de patroons en kapi
teins der galeien, terwijl aan de „galeiers" de accijns van den
door hen gekochten wijn werd kwijtgescholden ten slotte
werd voor de drie galeien dit klopt precies met onze
ankeragecijfers ,,by consente van der gemeenen poirte-
riën" de verschuldigde tol aan den rentmeester betaald1).
Ook schijnt hun hulp te zijn gegeven in een conflict met de
Genueezen, waarvoor de stadsregeering naar Brugge deed
reizen. Wel stelde men aan de Arne het bezoek der onder
danen van S. Marco op hoogen prijs Ook in 1486 en 1488
was er blijkbaar aanleiding tot vrijgevigheid 2). In 1558 echter
lachte der Arnestad de mogelijkheid toe, niet enkele Vene
tianen, doch heel de natie binnen haar muren te krijgen. Met
Marco Antonio Erizzo werd in Mei overeengekomen, dat
ingeval de Venetianen „natiegewijs" met hun malvezij en
andere goederen3) zich binnen Middelburg wilden vestigen,
gelijk zij nu in Engeland deden, de agent of facteur der
natie jaarlijks voor huishuur 100 Car. gulden zou ontvangen,
benevens vrijdom van accijns van wijn en bier de stad zou
een bijdrage verleenen in de „pilotage" van Engeland naar
hier en zeide medewerking in het verkrijgen van privileges
van den landsheer toe 1twee maanden later werd, op hoop
1) Bronnen II p. 353356. 2) t.a.p. nos. 271, 273.
3) Een hunner handelde in Engelsche vellen, zie t.a.p. no. 342 p. 500.
4) Bronnen III no. 746.