116 sprake van het houden van de markt in de Arnestad1). De regeling van het Engelsch-Nederlandsche verkeer, die bij den Magnus intercursus tot stand kwam, vond, blijkens het verwerven van authentieke afschriften ervan, ook in Middelburg belangstelling -Echter, zonder zorgen was men hierdoor in Middelburg niet. De vrijheid, die den Engelschen kooplieden hierdoor werd bevestigd, kwam nl. in conflict met de belangen der Arnestad, die terzelfder tijd wederom den tol van Iersekeroord in pacht had genomen en van Engelsche schepen, die doorvoeren naar Antwerpen, tolrecht had ge vorderd. De stad rustte zelfs een wachtschip uit voor de controle der heffing, hetgeen het misnoegen der Antwerpe naren gaande maakte, die er zich gewapenderhand tegen verzetten. De landsheer, het Engelsche verkeer boven de tol- belangen van Middelburg stellend, gelastte in den tol niet meer te heffen dan van ouds gebruikelijk was3). Duidelijk stelt deze episode Middelburg s zwakheid ten aanzien van het Engelsche verkeer in het licht. De toenemende bevaarbaarheid der Honte, gepaard aan het gebruik der lichte Zeeuwsche heuden door de Engelschen zelf, maakte dat de Walchersche reede meer en meer haar beteekenis in het Engelsch-Neder- landsche verkeer ten bate van Antwerpen verloor, al bleef zij als overlaadstation van belang4). En hoezeer Antwerpen, en het daarmede economisch zoo nauw samenhangende Bergen-op-Zoom 3ja zelfs het verouderende Brugge0), de Merchants adventurers ook mochten boeien, een enkele maal mocht het Middelburg ook in de 16e eeuw gelukken, een deel althans van het Engelsche verkeer tot zich te trekken en de gulden tijden van den stapel te doen herleven. 1 Bronnen II p. 383, Smit, Bronnen I no. 2000. In M85 werd gedurende de markt accijnsvrijdom verleend, zie Bronnen II no. 270 p. 385. 2) Bronnen II p. 403 en n. 3. 3) Bronnen III no. 370 de Stoppelaar, Inv. nos. 766, 767, 769, 771, 774. 4) Sneller, Walcheren p. 132, 133. 5) Een onderwerp, dat nog zijn bewerker wacht. Het materiaal er voor ligt in de serie Certificatiën en procuratiën, en Rentebrieven en recognitiën, bewaard, sinds 1432. in het Rijksarchief in N. Brabant. 6) Zie Sneller, Walcheren p. 133 n. 3.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 182