125 voor de volgende jaren het verloop dezer beweging te volgen. Maar dat ook nadien, ondanks de door Middelburg verleende concessies, Veere niet ophield hen te trekken, blijkt duidelijk uit de gelukkig bewaarde rekening over 1499 van de aldaar gestelde wacht van den Zeeuwschen tol, die tal van Schotten vermeldt1). Maar den officieelen stapel zou toch voorshands de Arnestad hebben. De 16e eeuw zette voor Middelburg goed in. In 1501 werd aan den conservator Halyburton wegens „zekere diensten tot „diverschen stonden" gedaan, een som gelds vereerd, ter wijl hij met de „principaelsten der kooplieden op een feest maal werd onthaald bovendien werd hem 20 VI. per jaar toegelegd zoolang hij, conservator zijnde, met vrouw en kind binnen Middelburg zou wonen, terwijl aan de kooplieden tot verlichting van de nieuwe lasten, die zij meer moesten op brengen dan vroeger, grade werd verleend van het ijzer naar wij nog zullen zien een belangrijk exportartikel der Schotten dat zij zouden koopen en ontvangen in de balans, nl. \]/2 gr. in plaats van 2 gr. per duizend2). De subsidie aan den conservator werd ook in de volgende jaren, tot 1507, uitbetaald3), zoodat toen in ieder geval de stapel te Middelburg moet zijn gehouden ook de gratificatie wegens „groote ende zonderlinge diensten der stad bewezen, wijn geschenken en maaltijden in die jaren4) wijzen hier op. Maar dat, in 1506 en 1507, door den pensionaris diverse reizen naar Schotland moesten worden gedaan5), doet ons zien dat toch iets aan de harmonie ontbrak. Uitgegaan om te verkrijgen, dat de kooplieden van Schotland hun „hantieringh van coopmanscepen" binnen Middelburg zouden blijven hou den, gelijk zij gewoon waren, „ende nyet te vertrecken tot anderen steden", moest hij na een tweede reis van niet minder dan 83 dagen, tegen 3]/2 maand voor de eerste reis 1) In stadsrekening 1501/2 van Bergen-op-Zoom (Gem.-archief, Ber- gen-op-Zoom). 2) Bronnen II no. 286. 3) t.a.p. p. 599 n. 9, p. 603, n. 7, 8. 4) t.a.p. nos. 287292. 5) t.a.p p. 423, 425, 426.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 191