137
sleet aan personen, waarmede hij ook als wijnhandelaar zaken
deed. Verder komen fluweelen hoeden en andere kleeding-
stukken, veeren, lakens, stukken linnen en satijn, koperdraad
en spijkers, graan, pek, huiden en zuidvruchten in bonte
volgorde in zijn handelsboek voor, terwijl de meergenoemde
rekeningen ook nog smeekolen, masten, zeep, batterie (keu
kengereedschap) en een clavecimbel als objecten van zijn
handelswerkzaamheid vermelden. Zijn voornaamste retour
vracht echter was de haring, die hij te Vlissingen, Middelburg
of Bergen-op-Zoom kocht en naar Frankrijk zond het han
delsboek licht ons omtrent dezen haringhandel opmerkelijk
uitvoerig in. In 1545 voerde hij proces tegen een schipper
van Veere, die voor hem naar Brouage en vandaar via
Rouaan naar Zeeland moest zeilen het laat zich gemakkelijk
raden, dat ook hier haring en zout de lading zullen hebben
uitgemaakt. Behalve naar Frankrijk, voerde hij ook naar
Engeland en Spanje zijn waren. Naar eerstgenoemd land zond
hij vijgen, ijzeren potten en bovengenoemd muziekinstru
ment 1naar Spanje, vanwaar hij de zuidvruchten betrok,
zond hij als de andere kooplieden hemden en linnen en
Vlaamsche lakens, en ook hij maakte hierbij gebruik van een
Waterlandschen schipper2). Ook zelf reisde hij daarheen,
evenals hij Rouaan, La Rochelle en Rez bezocht. Hierin mede
was Caigniart een overgangstype tusschen den middeleeuw-
schen mercator, die bijna uitsluitend reizend handel drijft,
en den modernen koopman, die vanuit zijn kantoor de zaken
leidt en voor het bezoeken van vreemde plaatsen zijn men-
schen heeft.
Op zich zelf staat min of meer de post van 1555, volgens
welke hij een hoeveelheid goud en zilver naar Antwerpen
verzond het verwondert ons echter niet, hem nu en dan als
geldschieter te zien optreden.
Omtrent de finantieele resultaten van zijn handelswerk
zaamheid geeft ons het handelsboek geen uitsluitsel. Van
elders echter weten wij, dat toen hij in 1570 te Brugge, waar-
li Bronnen III p. 491, 532. 2) t.a.p. p. 650.