140 muidsche schippers naar de overzijde der Noordzee. Zij be vrachtten of voerden er landsprodukten uien1), ajuin2), (knof)look3), appelen4), hop5), linnen6), haring7) en visch 8), potten en kannen 9) en zeep 10en die andere, waar- f voor Walcheren een markt was ijzer 11en zout12wijn 13 olie14) en fruit15) uit het Zuiden, stokvisch 16want17), pek, teer18) en dergelijke19) produkten van het Noorden en Oosten heen20) en namen lakens en vachten21), steenko len22) en lood23), later ook Engelsch bier24), mee terug25). Dit verkeer heeft a.h.w. het karakter van beurtvaart. Daar naast onderhielden zij betrekkingen tusschen het eilandenrijk 1) Bronnen III no. 524. 2) t.a.p. p. 427, 491, 492, 533, 595. 3) t.a.p. no. 245, p. 431, 471. 4) t.a.p. p. 469, 471, 533. 5) t.a.p. nos. 251, 267, 299. 6) t.a.p. nos. 220, 242. 7) t.a.p. nos. 245, 251, 254, p. 427, 491, 492, 597. 8) Paling (t.a.p. nos. 231, 267), aal (p. 480), kabeljauw (no. 267), steur (no. 245), moddervisch (no. 267). 9) t.a.p. p. 429, 431, 492, 500. 10) t.a.p. nos. 245, 267, 299 p. 545. 11) t.a.p. nos. 224, 231, 245, 267, p. 492 ook oosmond (nos. 203, 267, p. 493) en staal (no. 245). 12) t.a.p. nos. 242, 245, p. 471, 480, 481, 512, 533, 605, 606, Brouage- zoutp. 479, 534. 13) In het algemeen nos. 196, 203, 245, 251, p. 470, 493, 494 Rijnwijn no. 245 romanie, bastaard enz. p. 470473, p. 491493, 532. 14) t.a.p. no. 245, p. 474, 492494. 15) t.a.p. no. 267 verder rozijnen (no. 203, p. 491493, 595), aman delen. oranje- en granaatappelen (nos. 245, 267), olijven (p. 427). 16) t.a.p. no. 267, ook: stapelvisch (p. 426, 427) en zoutevisch (no. 242). 17) t.a.p. p. 427, 428, 515, 595. 18) t.a.p. nos. 203, 231, 245, 267, p. 492, 493. 19) Asch (t.a.p. nos. 245, 267) harpuis (p. 532, 534), hars (p. 532), terpentijn (p. 534), vlas (no. 245, p. 533), traan (nos. 245, 267), was (no. 242) en want (p. 515). 20) Verder worden nog genoemd meede (t.a.p. no. 242), kalk (no. 220), noten (no. 245), hoepen en wannen (p. 500), vilten hoeden (no. 245), lantarens (p. 492), canefas (no. 299), masteluin (no. 251), konijnenvellen (no. 203), boogstaven (no. 245), sparren (p. 428, 507), weed (no. 245) en kisten met suiker (p. 494, 597). 21) t.a.p. nos. 210, 246, 272. 22) t.a.p. no. 254. 23) t.a.p. nos. 245, 267. 24) t.a.p. p. 597, 599. 25) Nog worden genoemd: erwten (t.a.p. no. 231) en talk (no. 245).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 206