141
en de Fransche wijnhavens 1eenmaal zelfs wordt een Mid-
delburgsch schip vermeld, dat door Genueezen van Engeland
naar Florence was bevracht 2Ook voor bevrachting naar
Zeeland hielden Middelburgsche kooplieden zich te Bor
deaux3) of elders in Frankrijk4) op of voeren Middelburg
sche schippers daarheen5). Meer echter nog trokken hen de
havens van het Iberisch schiereiland. In 1508 lagen twee
Middelburgers in geschil voor de wet over het rechtskarakter
van een handel in wijn en fruit, dat zij ongetwijfeld uit
Spanje6) hadden laten komen7) den wijn ruilden zij voor
paarden, het fruit en de vijgen zonden zij oostwaarts. Blijkens
de informatie van 1530 voeren vele Arnemuidsche schippers,
tengevolge van de heffing van congégeld, voor rekening
meest van vreemdelingen, uit Hanzehavens met koren naar
Spanje en Portugal 8), en uit de reeds herhaaldelijk genoemde
rekeningen van in- en uitvoer van 15431545 en 15511552
winnen wij het beeld van een tamelijk levendig verkeer ook
der Middelburgsche en Arnemuidsche schippers in de Iberi-
1Zie bv. Bronnen III nos. 252, 326.
2) t.a.p. no. 230 (1458). Dit is wel het oudste voorbeeld van Neder-
landsche straatvaart, niet alleen lang voor de in de handboeken op 1590
gestelde vaart naar de Middellandsche zee, doch ook veel vroeger dan
dr. Brünner, die deze opvatting het eerst bestreed (Handelingen 10e
Ned. Filologencongres 1922 p. 80), constateerde, en die nog maar tot
ongeveer 1525 terugging.
3) De oudstgenoemde, Bernardin Avya (Sneller en linger, Bronnen
no. 332), was echter geen geboren Middelburger. In 1563 laadde een
Middelburgsch koopman aldaar wijn en veeren, zie Bronnen III no. 795.
4) Zie het vrachtcontract der Simonets en Enkhuizer schipper inzake
vervoer van zout van Brouage naar Arneinuiden, Sneller en Unger,
Bronnen no. 746. In 1555 ontboden Middelburgsche kooplieden wijn
uit Frankrijk, zie t.a.p. p. 443.
5) In 1565 voerde Simon Cost, van Middelburg, koren van Amster
dam naar Bretagne, zie t.a.p. no. 783.
6) Een der partijen reedde met een ander een schip uit, dat pelgrims
daarheen vervoerde zie Bronnen III p. 222 n. 3.
7) t.a.p. no. 427.
8) P. A. Meilink, Rapporten en betoogen nopens het congégeld op
granen, 15301541 (Bijdr. Med. Hist. Gen. dl. 44) p. 4559.
