145
koopman, voor wien hij zout en weed naar Holland en Bra
bant verkocht 1in 1503 vernemen wij van een partij boog-
hout, die door een Danziger aan zekeren Court van Eisen
te Middelburg was toevertrouwd ,,als zijn waerdt, om die
te vercoopene ende hem rekeninge ende bewijs daeraf te
doene", hetgeen alleen door de omstandigheid, dat genoemde
Court ontijdig overleed, niet tot een resultaat had kunnen
komen 2in 1506 wordt gesproken van wijn. dien zekere
Jan Maerscalc van Fransche kooplieden onder zich had ,,als
hueren waerdt ende last hebbende om dit te vercoopene",
hetgeen naar genoegen verliep3).
Zonder moeite was deze ontwikkeling echter niet voltrok
ken. De Hanze, die omstreeks 1460 zich er over had beklaagd,
dat de Koopman dubbele makelaardij moest geven, nl. ,,den
werden und ok den, de by den kope sijn" 8), maakte in 1469
bezwaar tegen de heffing van 1 gr. te ponde, dus van V240.
door de waarden als makelaardij, ,,worvoll dat zy over den
coope ofte coopmanschepe niet geweest en sijn", hetgeen als
„grote nuwicheyt" werd afgewezen 5). Doch hetgeen de
Koopman, conservatief in hooge mate, als „nuwicheyt" vreesde,
was dit geenszins, en onbewust van de veranderingen om hem
heen was hij het slachtoffer van een nieuwe economische
oriëntatie. Want de Middelburgsche wet, die de oude regeling
niet meer had kunnen, of, buigend voor de gewijzigde om
standigheden, niet meer had willen toepassen, had de directe
handel tusschen vreemden onderling niet meer belet, doch,
om te voorkomen, dat de waarden hiervan een te groot nadeel
zouden ondervinden, de gewraakte heffing vastgesteld6). Of
reeds toen deze voor de kooplieden in ieder geval hinderlijke
heffing is ingetrokken, blijkt niet de bepaling echter in het
contract met de Engelsche natie, dat makelaardij alleen aan
gezworen makelaars behoefde te worden betaald, op conditie,
„dat nochtans dezelve makelaers de coopmanscap gesloten
1) Bronnen III no. 348. 2) t.a.p. no. 410.
3) Sneller en linger, Bronnen no. 469.
4) Bronnen III no. 238 13. 5) H. U. B. IX no. 566.
6) Sneller. Walcheren p. 143.
Archief 1935.
10