154
bedrijf merkwaardige uitzondering op de middeleeuwsche
gebondenheid vrij gegeven1). In 1503 wordt het gilde
weer genoemd2), al blijft natuurlijk de mogelijkheid open,
dat hiermede de andere broederschap is bedoeld. In 1523 was
het in ieder geval stellig herleefd toen werd, om een eind te
maken aan de dagelijks ondervonden moeilijkheden, ontstaan
doordat nooit een ,,taux, ordonnantie noch statuyt" was ge
maakt op het loon, een regeling hieromtrent getroffen3). Een
tarief werd vastgesteld voor het „werken" in de veelsoortige
goederen, die het Middelburgsche handelsleven meebracht
zout4), weed, ijzer, zuidvruchten, graan, hout en andere
waren uit het Noorden en Oosten. Op de politieke aspiraties
van het gild werd echter, terzelfder tijd, stevig de domper
gezet5). Dat ook hen de middeleeuwsche gildengeest niet
vreemd was, blijkt uit het besluit van wet en raad van De
cember 1535, dat zij de kooplieden niet hadden te hinderen
noch eenig recht hadden op belooning, wanneer deze het
aangevoerde fruit op het water deden overschepen, zonder
dat dit aan land werd gebracht 6). Ook andere moeilijkheden
deden zich voor. Zoo ontbrandde in 1558 een typisch-middel-
eeuwsche strijd tusschen het gilde en de kraanmeesters over
de vraag, aan wie van beiden het „opslaen, wercken ende
besteeden van den staelvaten, pruymvaten, carinthevaten ende
diergelijcke" toekwam, waarin wet en raad na ampele beraad
slaging een beslissing namen ten gunste der arbeiders 7). Dan,
deze gunstige gezindheid zou niet duren. „Naerdien groote,
menichfuldighe dachten an bailliu, burgermeesters, schepenen
ende raden deeser stadt gecommen ende aengegeeven zijn
geweest van de groote ongeregeltheeden ende misbruycke.
gedaen by den arbeyders deeser stadt", daarin bestaande,
dat zij, ondanks de vaststelling van hun loon door de overheid,
zich niet ontzagen den vreemden koopman ,,te extorqueeren
1) Bronnen III no. 325 1. 2) t.a.p. no. 408. 3) t.a.p. no. 498.
4) Kort daarop werd het loon der zoutwerkers en zakkendragers te
Arnemuiden bij afzonderlijke ordonnantie geregeld.
5) Bronnen I no. 53. 6) Bronnen III no. 550.
7) t.a.p. nos. 747, 748.