166
baar gevaar in zich, nl. dat dichter bij zee gelegen voorhavens
dreigen de hoofdhaven ernstige concurrentie aan te doen 1i
Brugge en Sluis, Rouaan en Havre, Nantes en St. Nazaire,
Florence en Pisa, Sevilla en San Lucar, Delft en Delfts
haven, Amsterdam en Den Helder (korten tijd althans),
Rotterdam en de Maassteden, Middelburg en Arnemuiden
zijn, in vroeger en later tijd, van deze diversiteit de duidelijke
openbaring. In de Middeleeuwen veel meer uiteraard der
toen vigeerende economische maximes dan thans werd de
voorhaven door de hoofdstad onderdrukt.
Voor de Arnestad was de aan de monding gelegen vesti
ging een mededingster, gevaarlijker nog dan Veere en later
Vlissingen, daar Arnemuiden den toegang naar Middelburg
volkomen beheerschte 2). Reeds in 1254 had dit zich daarom
de jurisdictie in en langs de Arne verzekerd3), en voort
durend streefde de stad naar uitbreiding van haar rechts
gebied in 1456 werd haar usurpatie door hertog Philips
gewettigd4), en in 1498 strekte het zich tot de Engelsche
reede, Rammekens en Vlissingen uit5). Ook op andere wijze
hield Middelburg Arnemuiden onder den duim. Het hief er
accijnzen, zorgde voor versterking en bestrating en voor den
zeedijk6). Ook het bedrijfsleven werd aan banden gelegd,
en zwaar drukte de hand der meedoogenloos slechts op eigen
belang ziende Middelburgsche handelsheeren op het arme
Arnemuiden. Niemand mocht er bedrijf uitoefenen, tenzij hij
1Zie voor deze kwestie in het algemeen het artikel van L. Vignols
in Annales d'histoire économique et sociale 1933 p. 86 vlg.
2) ,,Zij lag aan de zuidzijde der Arne, niet ver van het zgn. oude
gat, daar waar later de Middelburgsche polder... is ontstaan." H. M. Kes-
teloo, Geschiedenis en plaatsbeschrijving van Arnemuiden (Middel
burg, 1876) p. 1.
3) Bronnen I no. 2 62. 4) t.a.p. no. 32 p. 40.
5) De Stoppelaar, Inventaris no. 803.
6) Zie de excerpten van Kesteloo, Archief Zeeuwsch Gen. V 2
p. 254 vlg., VI p. 109 vlg., 114, 357 vlg.; Bronnen II p. 123, 127, 259,
260, 272, 326, 340, 524 vlg.