168
gewisseld1). Het was in dezen strijd, dat Middelburg de
onderlinge verhouding zoo sprekend typeerde met de bekende
vergelijking van den zak de gesteldheid van Middelburg ,,est
comme ung sacq, le ventre represente la ville et la gueulle
du sacq la place d Armude, laquelle du sacq coppee, la reste
seroit inutille et de nul fruytMaar ook de andere zijde
dezer twee-eenheid wordt genoemd te Arnemuiden is wel de
handelsbeweging, maar te Middelburg het kapitaal en daar
wonen de kooplieden, ,,car il y a telz marchanz en Middel-
bourg, dont les deux d'iceux font plus de marchandise de leurs
propres deniers, que tous les manans d'Armude en general".
De genoemde sententie bevestigde de opperhoogheid der
Arnestad, en slechts geringe bevoegdheid werd den bewoners
van Arnemuiden gelaten enkele bedrijven, vrnl. in verband
met de approviandeering der schepen, werden hun toegestaan,
en dan nog onder beperkende bepalingen van balans- en
kraandwang. In 1538 werd bij sententie van den Grooten raad
eenige verlichting verkregen2), doch een poging, om door
betaling van een aanzienlijke som gelds van Karei V ont
koming aan het Middelburgsche juk te verwerven, faalde3).
Eerst in 1572 kreeg Arnemuiden zijn kans. Kan het verwon
deren dat het, zoodra het eerste gerucht van den opstand over
de Zeeuwsche landen ging, de partij van Oranje koos, blij
aldus den band met het gehate en hardnekkig aan den koning
getrouw blijvende Middelburg te kunnen ontvluchten Maar
totdat de toen geschiede veranderingen de verhouding tus-
schen beiden, ten nadeele van het overwonnen Middelburg,
grondig wijzigden, was Arnemuiden als een deel der Arne
stad te beschouwen.
1) Bronnen I nos. 652, 653 De Stoppelaar, Inventaris nos. 1441, 1444,
1447. Dat het graven der haven van 1532'35 een uitvloeisel was van het
streven, van Arnemuiden geheel onafhankelijk te worden, gelijk Kesteloo,
a.w. p. 8 beweert, staat m.i. niet geheel vast. Naar wij boven zagen, was
reeds in 1451 en 1486 sprake van havenverbetering, en wel te Arne
muiden. en het graven van het kanaal was vooral noodzakelijk wegens
de toenemende onbevaarbaarheid der Arne.
2) Bronnen I no. 663 zie ook no. 664. 3) Kesteloo, a.w. p. 7.