208 III. Hoe kunnen de voornaamste stukken worden ge dateerd IV. Door wien en waarom werden zij in de muurspleet verborgen V. Wat is het belang der stukken en wat behoort hunne verdere bestemming te zijn In het volgende wordt eene poging gedaan om die vragen te beantwoorden, met dankbare gebruikmaking van de in lichtingen, verschaft door de onder II, blz. 217 vlg., genoemde heeren. Ook de hulp van mijne belangstellende assistente op het Rijksarchief te Middelburg, mejuffrouw Dr. D. A. Felix, moge ik hier met erkentelijkheid gedenken. I. De gedeeltelijk verteerde strookjes perkament bevatten namen van pachters of andere schuldenaren van de abdij. Een der bestbewaarde stukken papier draagt eveneens namen van personen, waarachter geldsbedragen zijn geschreven. Een gedeelte der namen is doorgehaald. Waarschijnlijk heeft ook dit stuk betrekking op pachten. Een tweede goed geconser veerd papier behelst aanteekeningen van gekochte visch met de kosten. Mosselen komen zevenmaal voor, platen, eene soort schol, vijfmaal, zalm driemaal, willokken, eene soort eetbare schelpslak, eveneens driemaal, azijn tweemaal, kabel jauw tweemaal, oesters tweemaal, paling eenmaal en ,,seyl- hont", zeehond, eenmaal. De overige papieren fragmenten lieten zich samenvoegen tot twee stukken, het eene vrij compleet1), het andere zeer onvolledig. Blijkens de talrijke doorhalingen zijn het concep ten. Het bestbewaarde concept stemt ten deele overeen met eene bul van paus Bonifacius IX d.d. 26 Augustus HOI. Deze bul is niet meer aanwezig in het archief der abdij. Maar Hieronymus de Ginutiis, bisschop van Worcester en kameraar van den Paus, heeft den tekst ervan overgenomen uit het pauselijk register te Rome in een vidimus van 27 Mei 1530 2). 1) Zie de afbeelding tegenover blz. 230. 2) R. Fruin, Het archief der O.L.V. Abdij te Middelburg, blz. 21, no. 30.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 276