217 De heer Gustavo Brigante Colonna te Rome deelde mij mede, dat hij Utrecht en het schisma niet genoemd vond in verband met Prospero Colonna. Maar wel gaf hij uitvoerige ophelderingen over de afkomst en het leven van zijn bloed verwant. Een en ander kan worden aangevuld met mede- deelingen bij Gregorovius 1en Pastor 2en zoo vormt zich het volgende beeld. Lorenzo Colonna, gehuwd met Sveva Gaëtani, had drie zonen Antonio, die het hoofd der familie en vorst van Salerno werd, Prospero, wien het kardinalaat te beurt viel, en Odoardo, graaf van Celano. Prospero. voor den geestelijken stand bestemd, werd bij de promotie van 24 Mei 1426 kardinaal3). Om zijne jeugd bleef de proclamatie voorloopig uit. Zij geschiedde eerst den 8 November 1430. Als oudste der kardinaal-diakens kroonde hij later achtereenvolgens de pausen Nicolaas V, Callixtus III en Pius II. Hij was het humanisme gunstig gezind en deed, in zijne kwaliteit van aartspriester der basiliek van het Late- raan eigenaar zijnde van Nemi, door den architect Leon Battista Alberti uit het meer bij die plaats een der schepen van Calligula ophalen. Later is het vaartuig, overgelaten aan weer en wind, te niet gegaan. De kardinaal, die als groot, mager en bleek van kleur wordt beschreven4), overleed den 24 Maart 1463. Dr. R. R. Post, secretaris van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome en schrijver van eene Geschiedenis der Utrechtsche bisschopsverkiezingen tot 1535 (Utrecht, 1933), verklaarde op mijn verzoek om voorlichting hem bij zijne studie over het Utrechtsche schisma niet te hebben ontmoet 5 en hij betwijfelde sterk, dat Colonna ooit persoonlijk te Utrecht was geweest. 1) Geschichte der Stadt Rom im Mittelalter, VII (1870). 2) Geschichte der Papste seit dem Ausgang des Mittelalters, I (1925). 3) Het protocol hierover bestaat nog. Zie Pastor, a. a. O., S. 274. 4) Pastor, a. a. O., S. 283. 5) Wat niet te verwonderen is. want Colonna wordt in de schisma literatuur nooit bij name genoemd en slechts eene enkele maal aangeduid. Zie beneden, blz. 223.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 285