219 eenkomst van 1377 bezwoer1). De akte van zijne beëediging als domproost is niet bewaard gebleven, maar de dateering van de bezweringsoorkonde bewijst voldoende de juistheid der aanteekeningen in de lijsten van prelaten en kanunniken, opgemaakt door Wouter Broek, volgens welke Prosper de Columna den 4 Juni 1426 werd aangenomen als domproost 2). Uit deze lijsten is blijkbaar de mededeeling in het 18e eeuw- sche werk van Van Heussen en Van Rijn afkomstig. In het charter van 4 Juni 1426 is geïnsereerd de aanstelling van Bernard Uten Enghe door Colonna tot zijn procurator, vicaris en officiaal. Het stuk gewaagt van een brief, waarbij paus Martinus V aan Prospero Colonna de proosdij en het aartsdiaconaat der Utrechtsche kerk opdraagt, die Zweder van Culenborg, bisschop van Utrecht, bezat ten tijde van zijne verheffing tot elect, wanneer die beide eerstgenoemde ambten kwamen open te vallen, hetzij door Zweder's promotie, hetzij door de hem te geven genade der wijding als bisschop, hetzij door het tijdsverloop, binnen hetwelk bisschoppen moesten worden gewijd (nl. drie of hoogstens zes maanden na de be noeming 3hetzij op andere wijze. De dagteekening van deze opdracht wordt niet genoemd. Zij moet vallen na Zweder's aanstelling tot elect, d.w.z. na 6 Februari 1425 4 De procuratie op Uten Enghe is wèl gedateerd, nl. van Genazzano5), Zondag, 24 Februari 1425. De 24 Februari viel echter eerst in 1426 op een Zondag. 1Heeringa, a. w., no. 2257. 2) Heeringa, a. w., no. 3069. Onder het hoofd ..Maiores prepositi" staatProsper de Columna, Romanus, admissus est 4 Junii anno 1426 ad preposituram Traiectensem ex cessione Zwederi hie [sc. Columna] tandem fit cardinalis". En in de kanunnikenlijst komt deze aanteekening voor..Prosper de Columna, Romanus, postea cardinalis, admissus est 4 Junii anno 1426 ad preposituram et archidiaconatum ac ad prebendam ecclesie Traiectensis, sibi causa resignationis per dominuir, Zwederum de Culenborch, tune episcopum Trajectensem, dimissum'Vriendelijke mededeeling van den Rijksarchivaris in Utrecht. 3) Durand de Maillane, Dictionnaire de Droit Canonique, Nouv. Ed. (1787), II, p. 180. 4) Zie die provisie bij Matthaeus, Analecta, V, p. 421. 5) De geboorteplaats van paus Martinus V. Zij ligt bij Palestrina, dat eveneens aan de Colonna's toebehoorde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 287