226 van de aanteekeningen op de ten deele vergane perkamenten strookjes eindigen ook met de woordefi solvit preposito claustri etc."heeft betaald aan den proost van het klooster enz. De concepten kunnen zeer goed van dezelfde hand zijn als de overige stukken. Juist den proost als beheerder van het abdij-vermogen moet wel in het bijzonder de mogelijkheid hebben verdroten, dat de bisschop of de domproost een arbi- trairen greep zou doen in de schatkist van het klooster. Alles schijnt er dus op te wijzen, dat niemand anders dan de proost de stukken, ook de beide concepten, hetzij met, hetzij zonder medeweten van den abt, heeft opgesteld, met de bedoeling die bij gelegenheid in geldige oorkonden te doen veranderen. En toen hij oordeelde, dat de kans op eene overwinning voor Zweder gering geworden was, misschien eerst nadat de hertog van Bourgondië in Juli 1428 met Culenborg's tegen stander, den postulaat Rudolf van Diepholt, een wapenstil stand had gesloten, zal de proost het veiliger hebben ge vonden de concepten voorloopig in eene muurspleet te doen verdwijnen. Misschien zaten zij toevallig samen met de andere stukken in een omslag, die dan echter geheel is vergaan. De kans keerde echter voor Zweder niet meer en de stukken zijn blijkbaar vergeten. Het gedecimeerde abdij-archief veroorlooft niet vast te stellen wie omstreeks 1426 als proost fungeerde, wat wellicht nog eenige verdere opheldering zou hebben kunnen geven. V. Eerst na vijf eeuwen kwamen de documenten weder voor den dag. Zij zijn niet zonder belang, omdat zij een lichtflits werpen op tot dusverre niet bekende verhoudingen en ge beurtenissen. Dat de Middelburgsche abdij Zweder van Culenborg als wettig bisschop erkende, is zeker nimmer betwijfeld, maar het wordt door de concepten positief bevestigd. Merkwaardiger is het naar voren treden van Prospero Co- lonna, den pauselijken nepoot, wiens bestaan hier te lande wel grondig vergeten was.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 294