227 Dat hij in het Utrechtsche schisma eene actieve rol van be- teekenis heeft gespeeld, blijkt niet en is onwaarschijnlijk. Maar hij vormde dan toch de verbinding tusschen paus Martinus V en den Utrechtschen clerus. En dat de abdij te Middelburg ontzag voor hem koesterde, dat bewijst het jurisdictie-concept. De concepten hebben in wijderen zin, de overige bescheiden in de engere beteekenis, deel uitgemaakt van de klooster administratie. Zij mogen dus worden gerekend als te behooren tot het in het Rijksarchief te Middelburg berustende abdij archief. Dit archief bevat uit de jaren 1425 e.v. slechts zeer weinige stukken. De vondst vormt daarom eene wel bijzonder welkome aanwinst. TOEVOEGSEL BIJ BLZ. 209. De exemptie-privileges, genoemd op blz. 209, mogen wat hunne beteekenis betreft niet zonder meer op ééne lijn worden gesteld. Aanvankelijk berust de exemptie voornamelijk op politieke overwegingen. In de latere middeleeuwen krijgt zij het karakter van een voorrecht en een eenzijdig gunstbewijs van de Curie. Zie Hans Goetting, Die klösterliche Exemption in Nord- und Mitteldeutschland vom 8. bis zum 15. Jh., in Archiv für Urkundenforschung, XIV, Erstes Heft, S. 105 f.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 295