7 Beschermde reeds het stadsrechtprivilegie van 1217 den Middelburgschen eigenhandel quocumque se vel sua move- rint, sub protectione et conductu amborum comitum erunt1 in 1305 stond de graaf van Holland aan de bewoners van Middelburg toe, overal in zijn landen voorbij zijn tollen te varen tegen betaling der tolgelden, die onder zijn voorgangers gebruikelijk waren2) in 1340 werd hun „eeuweliken" zelfs geheele tolvrijdom binnen Holland toegestaan3), terwijl in 1407 vrijdom van de marktollen te Heusden en Woudrichem werd geschonken4). Ook op andere wijze werd de Middel- burgsche actief-handel door den landsheer gesteund. Het Dordtsche stapelrecht, dat den Middelburgschen wijnhande laars heel wat last dreigde te veroorzaken, werd in 1304 verzacht, toen de poorters van Zieriksee en Middelburg ervan werden vrijgesteld5) in 1355, toen het stapelprivilege werd bevestigd, kregen de poorters van beide steden vergunning ,,mit hare voire last opwaert (te) varen ter hoechsten merct, dats te Coelne of te Veine (Venloo), ende weder nederwaert met coerne of mit anderen goede, daer sy willen" 6). In het begin der veertiende eeuw treffen wij poorters van Middel burg dan ook aan te Haarlem en te Leiden, waar zij wegens schuld werden „bekommerd"7). Dat was wellicht ook het geval in Roermond althans, in 1324 verleende de graaf aan twee Middelburgers verlof tot panding op die van Roer mond8), vermoedelijk wel als vergelding van aldaar door poorters onzer stad ondervonden onrecht. Ook naar Antwer pen richtten zich de Middelburgsche kooplieden in 1386 verklaarden hun regeerders, dat zij aldaar steeds een markt hadden gevonden voor den verkoop van koren, zout, haring en andere waren flin 1365 werd daarheen een bode ge zonden om te informeeren, ,,of onse porteren daer veilich 1) Bronnen I, no. 1 1. 2) Bronnen III, no. 18. 3) t.a.p. no. 36. 4) t.a.p. no. 124. 5) Zie Van de Wall, Handvesten en privilegiën van Dordrecht, p. 127. 6) t.a.p. p. 235. In 1380 werd dit privilege bevestigd, zie t.a.p. p. 324. 7) Stadsrekening 1407/8. S) Bronnen III, no. 25. 9) t.a.p. no. 66.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 73