29
de gegevens der Zeeuwsche rentmeestersrekeningen aan
stapelgeld ontvangen 1
Van na Januari 138331 Mei 1384 van 11239 sarpeliers.
Van 24 Mei 138411 Maart 1386 van 10307 sarpeliers.
Van 11 Maart 13861 Juli 1386 van 2000 sarpeliers.
Van 18 Mei 13867 April 1387 van 1112 sarpeliers.
Van 7 April 138711 Maart 1388 van 6163 sarpeliers.
Van 28 Maart 13881 Dec. 1388 van 1067 sarpeliers,
tezamen dus 31809 sarpeliers of ruim 5000 per jaar2). Maar
hierbij doet zich een moeilijkheid voor. Want gelijk wij zagen
werd het bedrag van 10 gr. geheven niet alleen van de binnen
Middelburg aangevoerde zakken wol, doch werd een gelijk
bedrag ook gevorderd bij uitvoer westwaarts. Men kan dus
alleen vaststellen het aantal zakken, dat de grafelijke be
ambten te Middelburg is gepasseerd hoeveel daarvan aldaar
zijn ingevoerd, hoeveel wederom zijn uitgevoerd naar Vlaan
deren of over zee, ontsnapt aan onze waarneming. In ieder
geval blijven ook deze cijfers bij den omvang van den wol-
export uit Engeland in de eerste helft der 14e eeuw, toen 25 a
30 duizend zakken per jaar werden uitgevoerd, ver ten
achter 3
Werd dus op het eind van 1388 de wolstapel te Middelburg
opgeheven, toch gaf de stad de hoop nog niet op, dat Calais
niet als stapelplaats zou blijven gehandhaafd 4). Paschen 1390
gaf hertog Aelbrecht een belofte aan Middelburg hoe hij zou
handelen, als de koning van Engeland den stapel weer in
Holland of Zeeland zou vestigen nergens anders dan in
Middelburg, zijn oogappel in den strijd tegen de handels
grootheid van Brugge, zou hij worden gehouden. Als voor
waarde stelde hij slechts, dat de Engelsche koning en koop-
1Vgl. Smit, Bronnen I no. 725.
2) Voor uitvoerconsenten, zie Bronnen III, nos. 63, 74. De aanvoer
te Middelburg overtrof dien naar Vlaanderen en Dordrecht in sommige
jaren in niet geringe mate (Smit, Bijdr. Vad. Gesch. VI, 10, p. 48).
3) Zie Ruinen, a.w. p. 101.
4) Inderdaad werd de stapel in 1390 in Engeland gehouden, doch
in 1391 weer te Calais zie Smit, Bronnen I, p. 409, n. 1.