30
lieden daaraan hun goedkeuring schonken 1Op het eind van
het jaar ontvingen zeven Londensche burgers, waaronder
bovengenoemde William Brampton, een vrijgeleide van den
hertog, meer in het bijzonder voor het verkeer naar Middel
burg, op dezelfde voorwaarden als ook de stapeikooplieden
hadden genoten2), welk privilege kort daarop tot alle En-
gelsche kooplieden werd uitgebreid 3Hierdoor waren dus
de voorrechten, verbonden aan den Engelschen stapel, weer
in hun vollen omvang in werking gesteld, en dat de stapel
weer te Middelburg gevestigd is geweest zou men kunnen
opmaken uit een post uit de stadsrekening 1392/93, die mel
ding maakt van een gratificatie, van stadswege betaald aan
Thomas Appelby omdat ,,hi ghearbeit heft om den stapel hier
te crighenin verband met de opgave, dat van 13 April 1392
tot denzelfden dag van 1393 te Middelburg 2216 zakken
wol werden gewogen en uitgevoerd4). Blijvend is dit echter
in ieder geval niet geweest. Want in December 1399 werden
brieven gebracht van den graaf van Holland „roerende van
den verzoeke van den staple van der wolle" 5in Mei 1403
werd een bode naar den Haag gezonden „met brieven van
antwoerde, die onse lieve here beghaerde van den costen van
den stapel van der wolle te gecrighene" B).
Vond, in de 14e eeuw, de vestiging van den Engelschen
wolstapel slechts intermitteerend te Middelburg plaats, wan
neer de verhoudingen in Vlaanderen verplaatsing dringend
noodzakelijk maakten, en keerde men zoo spoedig mogelijk
naar het veel gunstiger gelegen Calais terug, in de eerste
helft der vijftiende kreeg deze een ander karakter. In 1423
verleende de Engelsche koning aan de burgers van Newcastle-
on-Tyne, en ook aan den graaf van Westmoreland, verlof
een aantal zakken wol uit de noordelijkste graafschappen
1) Bronnen III, no. 98. 2) t.a.p. no. 103. 3) t.a.p. no. 104.
4) Bronnen II, p. 229. Vgl. Smit, Bronnen I, no. 725 7, die over
een eenigszins andere periode uit de rentmeestersrekening een ander
bedrag geeft. 5) Bronnen II, p. 237. 6) t.a.p. p. 242.