32 Engeland. Het oudste gegeven omtrent export hiervan naar Middelburg schijnt het in 1353 aan een Middelburger door den Engelschen koning verleende verlof tot uitvoer van vier el laken 1 daarna is eerst in de jaren tachtig van lakenzending daarheen sprake2). Omstreeks dezen tijd werden, zooals wij boven zagen, laken en serge naast lood uitdrukkelijk onder de stapelgoederen opgenomen nadat hij in December 1391 aan een aantal met name genoemde kooplieden van Londen vrijgeleide had verleend3), breidde hertog Aelbrecht in Maart 1392 dit voorrecht uit tot alle Engelsche kooplieden, die Middelburg wenschten te bezoeken 4). Zoo werd de stad in de Nederlanden het centrum van den handel in Engeisch laken. Op het einde der 14e eeuw is er ernstig sprake van de mogelijkheid, den Engelschen /a/cenhandel er gevestigd te krijgen. Kooplieden uit Londen5) bezochten in Februari 1400 de Middelburgsche wet en verzochten, hun lakens bin nen de stad te mogen brengen ,,ende bi groots te verco- pene" 6). In 1403 „raemden" baljuw en burgemeesters nog ,,van den Ingelschen coopman" 7), doch in 1404 zijn de Engel schen inderdaad te Middelburg gevestigd zij deden van daaruit aan Brugge weten, „dat si gherne tlandt van Vlaendre bezoeken souden met haren goede ende coopmanscepen in alsoverre, als sy paisivelick ende vry onghelet wesen moch ten"8). Niettemin voegden zij zich ook te Middelburg won derwel. In April 1407 meldden zij zich bij de wet en ,,be- gaerden poynten ende articlen van der stede te hebben" 9 1) Bronnen III. no. 43. Terzelfder tijd werd ook Engeisch laken naar Dordrecht gevoerd, zie Smit, Bijdr. Vad. Gesch. Oudheidk-, VI 10, p. 53, n. 1. 2) Bronnen III, nos. 57, 72. 3) t.a.p. no. 103. Ook in 1389 had dit plaats gevonden, zie t.a.p. no. 95. 4) t.a.p. no. 104. 5) Ruinen, a.w. p. 83 vlg., ziet hierin de kern der latere Merchants adventurers, nl. /akenkooplieden, vrnl. uit Londen, die zich tegen het einde der 14e eeuw uit de algemeene organisatie der stapelkooplieden beginnen af te teekenen. 6) Bronnen II, p. 237. Terzelfdertijd bevorderde de stadsregeering de eigen draperie, zie t.a.p. p. 239. 7) t.a.p. p. 242. 8) Bronnen III, no. 119. 9) Bronnen II, p. 254.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1935 | | pagina 98