114
een verloopen Leuvenschen geneesheer en bekend fortuin
zoeker1), op IJzendijke. Dien eigen nacht werd uit Schoon-
dijke een expresse met dit narigt aan den heer Gouverneur
van Zeeland gezonden maar treurig was het mondeling
antwoord, aan den expresse gegeven, dat men namelijk voor
het moment geene hulp kon verleenen en men zich dus moest
behelpen zooals men kon. f
Den 17 October werd IJzendijke dan ook werkelijk door
eene bende bedelaars, zich noemende Vrije Belgen, van 70
a 80 man sterk, bezet. De burgemeester2) trok hen aan het
hoofd van den Raad, immers een gedeelte derzelven, tegemoet
en verwelkomde bij monde van F. Kriel, herbergier aldaar3),
dat uitvaagsel des menschdoms bij het inkomen der stad. De
ontvanger van het Rijk was met archief en kas vertrokken
1Ernest Grégoire, geboren te Charleville in Frankrijk, student in de
medicijnen, komt in aanraking met de politie, vlucht naar de Vereenigde
Staten van Amerika, keert vandaar terug als volbloed republikein en komt
in zijn geboorteplaats opnieuw in botsing met de politie. Hij neemt daarop
de vlucht naar België, legt te Luik zijn doktersexamen af, huwt met de
dochter van een zijner professoren en vestigt zich als arts te Spa, waar
hij door zijn feilen haat tegen de geestelijkheid en de religie de gansche
bevolking tegen zich in het harnas jaagt, verhuist naar Brussel, waar hij
in onmin geraakt met de medische faculteit en nu zijn kost zoekt te
winnen door met een verbannen Franschman een confectiewinkel op te
zetten, met wien hij binnen korten tijd oneenigheid krijgt en een proces
begint. Bij het uitbreken van de Juli-revolutie te Parijs in 1830 snelt hij
derwaarts doch komt te laat om er deel aan te nemen. Naar België
wedergekeerd sluit hij zich aan bij den opstand tegen Koning Willem I,
neemt dienst in het Belgische leger en wordt belast met het bevel van de
expeditie naar Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. In Februari 1831 pleegt
hij verraad aan de Belgische zaak en poogt Gent aan de zijde van Noord-
Nederland terug te brengen. Later schijnt hij zich metterwoon te hebben
gevestigd in Den Haag. Van zijn verdere lotgevallen is mij niets bekend.
2) Jacobus Brevet, geb. te Cadzand in 1791, in 1830 notaris en
burgemeester te IJzendijke.
3) P. F. Kriel, landmeter bij het kadaster te IJzendijke, had zich met
nog twee andere ingezetenen van die gemeente in October 1830 naar
Brussel begeven om, naar men vermoedde, het Provisioneel Bewind van
België tot inbezitneming van dit district over te halen. Zie mijn Belgische
aanvallen, blz. 8.