118
Deze overeenkomst zou door de burgers zeker niet zijn aan
gegaan, dan door een noodlottig misverstand was de heer
burgemeester1in handen der muitelingen geraakt en het
was dus zaak eenige toegevendheid te gebruiken. De heer
advokaat Risseeuw2aan wien men in geen geval gebrek
aan moed kan ten laste leggen, speelde in dezen eene zeer
voorname rol.
Intusschen waren twee kompagniën van de 10e Afdeeling
onder de heeren kapiteins Tröester3) en Groeneveld4)
te Breskens aangekomen en door den van top tot teen gewa-
1) Dr. Hendrik Anthonie Callenfels, geboren te Sluis in 1791. Na
zijn promotie te Leiden tot doctor in de medicijnen vestigt hij zich als
arts eerst te Schoondijke en in 1816 te Oostburg. In 1819 benoemd tot
districtsschoolopziener, in 1821 tot burgemeester van Oostburg, uit deze
laatste bediening op verzoek eervol ontslagen in 1846, lid van het Clas
sicaal Bestuur van IJzendijke, naderhand van het Provinciaal kerkbestuur,
lid van het Zeeuwsch Genootschap en grondig geschiedvorscher, over
leden in 1860.
2) Mr. Johannes Egberts Risseeuw, geboren te Oostburg in 1798,
te Leiden tot doctor in de rechten gepromoveerd in 1817, vestigt zich
als advocaat te Oostburg, wordt in 1818 secretaris en in 1819 ontvanger
der gemeente Waterlandkerkje. Na op zijn verzoek eervol uit die beide
ambten te zijn ontslagen wordt hij in 1827 benoemd tot notaris te Zuid-
zande, in 1830 wordt hem vergund zijn zetel als zoodanig over te brengen
naar Oostburg. In Sept. 1831 benoemd tot 2e luitenant-titulair (buiten
bezwaar van 's Rijks schatkist) en kommandant van het corps jagers te
paard, bekend als de Jagers van Ledel, in 1831 begiftigd met het ridder
kruis der Militaire Willemsorde 4e klasse, in 1839 op zijn verzoek eervol
als kommandant van dat corps en als notaris ontslagen, werkzaam als
practiseerend advocaat tot op zijn overlijden in 1869. Van 1854 tot 1868
lid der Provinciale Staten van Zeeland, lid van het Zeeuwsch Genoot
schap. Scherpzinnig geschiedkundige.
3) Pieter Tröester, geb. te Horp aan de Main in 1783, in 1800
soldaat, 1803 korporaal, 1806 sergeant, 1807 sergeant-majoor, treedt in
1810 in Franschen dienst, 1811 tweede luitenant, 1814 tweede luitenant
bij het Nederlandsche leger, 1817 luitenant-adjudant, 1824 kapitein. Be
giftigd met het ridderkruis der Militaire Willemsorde 4e klasse en dat
van den Nederl. Leeuw.
4) Adriaan Cornells van Well Groeneveld, geb. te Woerden in 1790,
in 1807 korporaal bij de nationale garde van Woerden, 1809 sergeant,
1812 sergeant-majoor, 1813 luitenant, 1817 eerste luitenant bij het 14e
deeling infanterie. Begiftigd met het ridderkruis der M. W. 4e klasse en
van den Ned. Leeuw, met de medaille van de citadel van Antwerpen
en het metalen kruis. Komt nog in 1840 voor als kapitein.