121 naar Oostburg terug, den le luitenant Strater1) van de 5e Afdeeling infanterie met 50 man achterlatende. Deze kleine magt werd den 30en October door omtrent 800 man Belgen, bestaande uit een gedeelte der voormalige 6e Afdeeling en van het korps of liever de bende van Pontécoulant 2), aange vallen en verdedigde zich daartegen tot aan den avond, en zoude welligt den vijand teruggedrongen hebben, hadden de burgers hem maar eenigzints willen ondersteunen, dan geene 1Franciscus Henricus Antonius Strater, geb. te Vechta in Olden burg in 1794, in Jan. 1814 fusilier bij het bat. infanterie der staande armee no. 12 der 9e Afd. inf., Maart 1814 fourier, Aug. 1814 sergeant, 1818 sergeant-majoor, 1819 adjudant-onderofficier, 1821 tweede luit. 5e Afd. inf., 1829 eerste luit. dierzelfde Afdeeling, 1842 kapitein 3e klasse, 1845 kapitein 2e klasse, gepensioneerd in 1846, gedecoreerd met het metalen kruis. 2) Louis Adolphe vicomte de Pontécoulant, geboren te Parijs in 1794, neemt deel aan den veldtocht in Rusland in 1812, en in 1815 aan de krijgsbedrijven van de Honderd Dagen, scheept zich na den slag bij Waterloo in naar Amerika, mengt zich in een plaatselijke revolutie in Brazilië, wordt deswege ter dood veroordeeld doch ontsnapt en keert naar Frankrijk terug. In 1825 aangesteld als examinateur des livres bij het Departement van Binnenlandsche Zaken te Parijs. Spoedt zich na het uitbreken der revolutie te Brussel in Augustus 1830 met een honderdtal vrijwilligers derwaarts en biedt aan het Provisioneel Bestuur van België zijn diensten aan, wordt naar Gent gezonden, waar hij krachtig medewerkt aan het beteugelen van de Orangistische woelingen van 15 en 16 Oct. 1830. Kort daarop met zijn inmiddels tot vierhonderd man aangegroeide vrijwilligersbende en twee stukken geschut door den Belgischen generaal Duvivier, bevelhebber van de beide Vlaanderens, naar Brugge gezonden om de burgerij dier stad te gaan beschermen tegen de plunderingen, aldaar door het gepeupel bedreven tengevolge van de heerschende werkloosheid en duurte van levensmiddelen, herstelt aldaar de orde en rust met forsche hand. Trekt in Oct. 1830 op tegen Sluis en Oostburg, na zijn nederlaag bij Oostburg op 31 Oct. 1830 door zijn supérieuren overgeplaatst naar Maastricht. Hij overlijdt te Parijs in 1882, achtentachtig jaar oud, na zijn laatste levensjaren te hebben gewijd aan iiteratuur en muziek. Hij heeft een gedenkpenning laten slaan, dien hij aan zijn wapenbroeders ter ge dachtenis aanbood, voorstellende aan de eene zijde een gedenknaald met het opschriftGand, Bruges, L'Ecluse, Oostbourg, Maestricht, en daar omheen Réuolution de la Belgiqueaan de keerzijde staat Le colonel Ad. Vte de Pontécoulant a ses compagnons d'armes, in het midden Tirailleurs beiges parisiens, van boven een leeuw, beneden een haan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 189