5 Vóór de zevende eeuw moet er, zegt Mr, Boeles in zijn prachtwerk „Friesland tot de elfde eeuw", handelsverbinding tusschen de Friesche kust en Kent, waar eveneens gouden bracteaten zijn aangetroffen, hebben bestaan. En die ver binding zal gedeeltelijk ook wel over Domburg zijn gegaan. Het Dorestadsche munthuis heeft zeer talrijke sporen te Domburg achtergelaten in alle variëteiten, zoowel wat de omschriften op de trientes als wat het allooi der stukken betreft. Het juiste omschrift moest luiden DORESTAT FIT (gemaakt) en MADELINUS MO(netarius). Er komen ook zoogenaamde „monnaies fourrées" onder voor, munten, waar van het oudtijds aangebrachte dunne laagje goud door den tijd was verdwenen, valsche munten zonder meer. Maar ook van plaatsen aan groote rivieren en vaarwaters gelegen, zoo als Maastricht. Dinant, Namen, Metz en Trier. Marseille, Quentovic e.a. bezit het museum menig exemplaar. Daar over het Algemeen de Merovingische trientes, vooral de eerst uit- gegevene, van goed gehalte zullen zijn geweest, verwondert het ons niet, dat langzamerhand deze gouden muntjes door Oostersche en andere kooplui werden uitgevoerd, en het ont brak in Gallië ten slotte ook aan nieuw goudmateriaal vandaar zeker de talrijke monnaies fourrées zoodat de geheele Merovingische gouden muntslag verdween om plaats te maken voor de door koning Pippijn omtrent 755 uitgegeven zilveren denariën. Er waren echter reeds kleine, dikke zilver muntjes in omloop, nog door de laatste Merovingische ko ningen geslagen, die dikwijls moeilijk te onderscheiden zijn van sommige Angelsaksische sceattas, die tegelijkertijd in omloop waren. Het Frankische geld, tegelijkertijd met de sceattas. moet in de achtste eeuw het voornaamste betaal middel onzer bevolking zijn geweest, bij gevolg ook voor de bewoners van Walcherens Noordkust, wat echter geen bewijs oplevert voor de stelling, dat hier slechts Franken en Saksen hebben gewoond. Het zal een zeer gemengde bevolking zijn geweest, bestaande uit Friezen, Scandinaviërs, Angelsaksen, Franken e.a. De Karolingische denariën. breede, dunne zilver munten. naar het voorbeeld der Arabische dirhems gemunt,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1936 | | pagina 63