65 ..rijk van Koning Hettel waren binnengevallen, Kudrun, diens dochter geroofd hadden en op hun thuisreis het eiland had- ,,den gekozen als rustplaats. Daar deze Normandiërs naar „hun vaderland terug voeren, en hun schepen niet door aan houdende stormen naar een vreemde kust gedreven werden, „moet Wulpensant zich tusschen het rijk van Hettel en Nor- „mandië bevonden hebben. Uit het epos blijkt verder, dat de „boden, welke Hilde, Hettels gemalin, na de ontvoering van „haar dochter Kudrun, onmiddellijk naar dezen vorst zendt, „zeven dagen noodig hebben om hem te bereiken. „Nu bevindt zich Hettel met zijn leger in Sêlant, waar hij „met Herwig van Sêlant, den Noormannenvorst Siegfried in „een gevecht tracht te verslaan en te verdrijven. „Dit Sêlant, dat volgens professor B. Symons in zijn meer- .genoemd werk1), in geen geval in Denemarken dient te „worden gezocht, moet dus voor snel rijdende boden zeven „dagen reizens zuidelijker liggen dan het rijk van Koning „Hettel. Is Sêlant in het Kudrunepos werkelijk onze provincie „Zeeland, dan moet dit rijk, het land der Hegelingen. onge- „veer gelegen hebben aan de Noordzeekust van Duitschland. „Of m.a.w. Wülpensant lag tusschen Normandië en deze „kuststrook in. „Verder lezen we. dat er spoedig nadat de mare van „Kudrun's ontrooving aan Hettel bekend was, een verzoening „met Siegfried tot stand komt en dat de vijanden van zooeven „besluiten gezamenlijk de vluchtende Normandiërs te vervol- „gen. Schepen worden, voor zoover ze aan Hettel's leger ont breken, van pelgrims geroofd. Een vloot steekt in zee, be staande uit talrijke bodems die de legers vervoeren. Niet lang „nadat de Normandiërs met hun buit op Wülpensant zijn „geland duiken aan den horizont de eerste zeilen op. Niets in „het heldendicht wijst er op, dat zij zich toen reeds eenige „dagen op het eiland bevonden evenmin dat de reis van „Sêlant naar Wülpensant langen tijd duurde. Ongeveer in „denzelfden tijd, dat de booten van Hilde koning Hettel in 1) B. Symons. Kudrun. Halle 1914, blz. 59. Archief 1937. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 119