72
De uitbreiding van de Friesche macht en invloed zuidwaarts
tot aan het Zwin is slechts een andere benaming voor het
zelfde feit. Zoo is te verklaren, dat men in R. de tweeede,
ongetwijfeld niet minder vroege vermelding van den Hay-
man vindt. Onder de eerste, eveneens primaire en authentieke,
verstaan we in het bijzonder de bedoelde opsomming der
Haymanlanden in de Veldboeken van den Westeren en
Oosteren Ban van den Duine, welke zonder eenigen twijfel
uit vroegere veldboeken is overgenomen en zonder onder
breking moet teruggaan tot voor vele eeuwen. Bij R. is dit
ook wel het geval, maar het contact met dezelfde langver-
vlogen dagen is bij hem toch slechts door middel van de
mondelinge overlevering bewaard. In beide gevallen evenwel
bestaat dit contact en wat meer zegt, het moet op die wijze
betrouwbaar zijn. Slechts is de moeilijkheid de juiste betee
kenis terug te vinden die is wel verloren gegaan, maar hier
zijn we toch het dichtst er bij en bestaat dus de meeste kans
van slagen. Want in beide gevallen hier bedoeld is het een
contact met de primaire, de oorspronkelijke beteekenis, terwijl
de gegevens van de H.landen op Walcheren en Westvoorne
duidelijk secundair zijn, wat blijkt uit de onvolledige aan
duiding der ligging. Slechts die verklaring alleen kan dus als
juist aanvaard worden, welke zoowel de Haymanlanden in
den Westeren en Oosteren Ban van den Duine als de uit
drukking bij Reigersberch ..Calvaer Hayman" in een en
hetzelfde onderling verband kan plaatsen en zoo verduide
lijken dit zijn de twee eenige betrouwbare steunpunten die
daartoe kunnen dienen. Vg. Reigersberch's Chronycke. Uit
Dat XIII Cap. nemen wij het volgende over
..Vliete in noortbevelant dwelck een visschers hijken was
.plach over LXX jaren een schoon haven te wesen, daer meer
„buyssen af voeren, dant nu van eenige havene in zeelant doet.
„So ist gebuert datter in de harincteelt dertich buyssen van
„daer geseylt zijn om den harinc te vangen, de welck in de
„zee ghecomen wesende, bij storm ende onweder ghebleven
„zijn, so datter niet een mensche te lande af en quam. Ende
„dese XXX buyssen uitgeseylt wesende souder noch ontrent