78 herinnerde de visschers steeds aan den Calvarien berg en het kruis van Jezus, zooals de gevlekte schelvisch hen aan St. Pieter deed denken. Tot zoover is dus tweederde van ons raadsel gevonden Zeebaars ofte Calvaer Hayman alleen de Hayman blijft nog onduidelijk. Wanneer we ons onderzoek te midden van deze menschen met hun middeleeuwsche mentaliteit voortzetten, treft, mij althans, terstond de herinnering en ook de overeenkomst met de benamingen der verschillende dieren uit den „Reinaert „De Vos Reinaarde" is evengoed een personificatie als Cal vaer Hayman de dubbele naam wijst er in beide gevallen op. Een bijzonder sprekende eigenschap, de slimheid of ge slepenheid, de „reinaerdie" 1is hier in den tweeden naam vermeld. Hayman moet dus, bij analogie, eveneens een over wegend kenmerk van den Calvaer uitdrukken. Twee van deze werden steeds en terstond bij ons onder zoek vermeld de vorm van den kop, uitgedrukt in de naam „Calvaar" en dat hij naar binnen trekt en de rivieren opzwemt. Ook wordt een enkele maal daarbij nog gevoegd, dat hij uit het noorden komt, althans naar de meening van sommige visschers. De vergelijking ligt nu voor de hand, dat bij deze ken merken van den Calvaar en de benaming Hayman werd gedacht aan de Noormannen, ook uit het N. afkomstig, die eveneens naar binnen, de rivieren opvoeren. Volgens deze gedachte moet dus Hayman volkomen gelijk Noorman zijn, dit is dus het laatste dat nog aan te toonen valt. Hay is gelijk aan hoog men spreekt hier in Zeeland en ook verder buiten onze provincie van een hooge wind, een wind dicht naar het Noorden. De wind loopt hooger wil zeggen, meer naar het Noorden toe. Een lage wind is meer naar het Zuiden. En ook in het beschaafde Nederlandsch hoort men de uit- 1) Valschheid, bedriegelijkheid. Vg. Busken Huet. Het land van Rem brand I, 614, 617, hst. X en XI.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 132