84
Na korter of langer tijd evenwel, toen in wijden kring alles
was uitgeplunderd en verbrand, is de tijd gekomen dat deze
basis niet meer voldeed de hoofdmacht is daarna zonder
twijfel verder Zuidwaarts opgeschoven en de geschiedenis
leert, hoe deze zelfs ten slotte in de Middellandsche Zee,
Italië en Byzantium terecht kwam.
De vrijdom der Haymanlanden is toch steeds bewaard
gebleven en dit wijst o.i. veel meer, dan op een gewelddadige
uitdrijving, tot den laatsten man toe, op een langzaam assimi-
leeren van de achtergebleven Noormannen met de oorspron
kelijke bevolking, hoewel hun karakter van overheerschers nog
zeer lang merkbaar blijft.
Terwijl dus De Vries t.a.pl. zegt dat het niet mogelijk is
de uitgebreidheid van het leen Walcheren en omliggende
streken nader aan te geven, ,,Gualacras" en daarbij „aliaque
vicina loca", Ann. Bertin. p. 26) komt het ons voor, dat daar
onder te verstaan zijn onze Zeeuwsche eilanden met West-
voorne inbegrepen. Dit is dus de tweede schriftelijke bron,
die voor ons onderwerp een betrouwbare dateering geeft
wanneer men nu verder overweegt, dat op het eiland Oost-
voorne geen H.landen (meer?) voorkomen en in later tijd
daar en in de omliggende streken de vrije heerlijkheden
Voorne, Putten en Strijen zijn ontstaan, dan wordt het dui
delijk, dat hier nog vrij veel uit de toestanden der 9e en 10e
eeuw is bewaard gebleven en herkenbaar was. De zuidelijke
aansluiting op de Haymanlanden, de Ogierlanden in Cadzand,
kwamen wij eerst later op het spoor maar zij zijn toch hiervoor
reeds vermeld.
Als laatste belangrijk punt rest dus de nadere dateering
onzer kustwachten, in het bijzonder die der eerste, nog door
de Frankische keizers ingesteld.
Van Bolhuis t.a.pl. blz. 27, 40, 45 vermeldt achtereen
volgens, dat Karei de Groote in 800 aan alle havens en rivier
monden posten en wachten stelde, dat hij in persoon de
kusten bezocht en ook een vaste militie als kustbewaarders
vormde Lod. de Vrome zette dit voort, liet de stranden van