85
bezetting voorzien1), bezocht, naar het voorbeeld van zijn
vader, eveneens de kusten, stelde, na 834, orde op de verde
diging van Friesland en de zeekusten en hernieuwde in 838
deze verdedigingsmiddelen, terwijl tenslotte de aanhoudende
binnenlandsche oorlogen de bewaking der stranden en kusten
deed verzuimen zoodat de Noormannen vrij spel kregen.
Ook De Vries t.a.pl. blz. 131 vermeldt hierover „Wat wij
„zeker weten is dit dat de Keizer na de gebeurtenissen van
„834836 de Rijnmonding in staat van verdediging heeft
„gebracht. Ik denk, dat hij nu verschillende afdeelingen langs
„de kust heeft gelegerd en een hoofdsteunpunt heeft ingericht
„op het eiland Walcheren, dat door zijn centrale ligging
„uitermate geschikt was. om zoowel de Vlaamsche kust als
„de Rijnmonding te beveiligen".
In dit verband wijzen wij nog even op de reeds genoemde
Ogierlanden als linkervleugel van de positie Walcheren over
een eventueel steunpunt aan de rechterzijde ontbreken tot
nog toe de gegevens, tenzij dan Westvoorne.
Uit het voorgaande is dus wel af te leiden, dat ook voor
Schouwen met groote waarschijnlijkheid een dergelijke kust
verdediging en ook in denzelfden tijd is aan te nemen, welke
door de standsporen in de duinen wordt bevestigd.
Wat nu de dateering betreft van deze nederzettingen in
de duinen, aan de scherven en de munten ontleend, onze
eerste indruk daarvan was als volgt
Op bladz, 35 onzer beschrijving 3) gaven wij als ons oordeel
over de vroegste woningen „Vroeger meenden wij dat de
„woningen a en b samen ééne periode van bewoning omvatten,
„die eindigde met de eerste verwoesting dit is evenwel on-
juist. Overal, in dal A. in B. in F en ook elders, liggen hier
1Chronic. Moissiac bij Pertz I, 311; bij v. Bolhuis, t.a.pl. blz. 50,
70, 79, 85, 88.
2) Ann. Fuld. bij Pertz I, 361. Ann. Bertin. Ibid. 431.
3) Oudh. Med. uit R. M. v. O. N,R. IV, 1 en 2 J. A. Hnbregtse
De Frankische nederzettingen in de duinen van Schouwen, v.g. de kaart
en de teekening van dal A.