89 houden1), waartoe het eenige middel was, de oppermacht van den Graaf als Leenheer te erkennen. Zonder twijfel is de overgangstijd zeer verward geweest en overheerschte nu eens de invloed der nu en dan nog invallende Noormannen, dan weer die hunner hier gevestigde tegenstanders. De kentering in de machtsverhoudingen wordt aangetoond door de oprichting der Vluchtburgen, reeds vroe ger vermeld, Kraaienstein en Westhove, met ruime binnen plaats, ingericht voor een talrijke bevolking die daarin de wijk kon nemen. In de 10e eeuw zijn zij te dateeren en het is lang niet onwaarschijnlijk dat ook de toen deels gekerstende achtergebleven Noormannen, hier lang ingeburgerd, in hun eigen belang, krachtig hebben medegeholpen, hun vroegere metgezellen te weerstaan. De groote lijn is op deze wijze duidelijk te herkennen, ook in de duinen, naast de woonsporen en afvalshoopen, aan een aantal kleine metaalvondsten en munten die als Laat-Karol. en Bisschoppelijk duidelijk 11e eeuwsch zijn. Het instituut der kustwachten is blijkbaar tot een sterke traditie geworden, door de nieuwe heerschers niet alleen overgenomen maar met kracht gehandhaafd. Dit kan geen andere bedoeling hebben gehad, dan het beveiligen van hun bezit, het achterland dus, en stemt ook geheel overeen met den aanleg der vluchtbergen, waarop we hierna de aan dacht vestigen. Voor Schouwen geldt dit alles met zekerheid op Wal cheren. steeds het centrum, zoowel van aanval als verweer, schijnt zelfs de hoofdmacht der Noormannen, voor zij verder trok, wat langer stand gehouden te hebben, zooals reeds hiervoor is afgeleid uit de wijze der hernieuwde kerstening. In den overgangstijd dus vallen de voortzetting der kust wachten, de stichting der vluchtburgen en eindelijk de er kenning van het grafelijk gezag door de achtergebleven Noormannen. 1) In Hollestelle, t.a.pl. blz. 423 blijkt uit het verbod (1454), dat de leenmannen, ondanks voorkennis of toestemming v. d. Graaf, Rentmeester of Leenheer te vragen, toch hun kwade leenen hebben verkocht of over gedragen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 143