96
Tusschen Vrouwenpolder en Serooskerke (W.) zijn nu
Germ, en Laat-Germ. scherven op en in het veen gevonden
dezelfde kenden wij reeds uit den veenachtigen voet van dei)
Vluchtberg te Duivendijke. Ook de latere Germ, ontbreken
hier niet, evenmin als in Kievitsweg in het lage van Schouwen.
De Rom. vondsten te Westkapelle, binnenduins en onder de
klei zijn ook slechts op deze wijze verklaarbaar.
De voortgaande slib- en zandafzetting achter de duinen
is dus zeker gedurende den Post-Rom. tijd tot 700 ongeveer,
wanneer de bedijking, in een vrij gunstige periode dus, een
aanvang nemen kan. Ook reeds een halve eeuw vroeger kan
dit plaatselijk wel begonnen zijn slechts de groote lijn ver
mogen wij tot heden te zien.
De conclusie waartoe Blanchard komt is dus te opmerkelijk,
om haar oppervlakkig voorbij te gaan, want zij vormt mede
den grondslag voor onze verdere verklaring en dateering van
het ontstaan van den Zouten Hayman.
„Zooals hiervoor meegedeeld is, werd de kuststreek van
„Vlaanderen reeds in den Romeinschen tijd bewoond. Het
„feit, dat onder de oudheidkundige vondsten geen munten
„aangetroffen zijn, jonger dan den tijd van Constantijn den
„Groote, die in 333 stierf, deed Dr. Blanchard besluiten, dat
„omstreeks het midden der vierde eeuw, of zooals hij elders in
„zijn boek zegt, het jaar 400, een vloed het Vlaamsche kust-
„land verwoest zou hebben.
„Tot het midden der 7e eeuw zou het water daar onbe
merkte heerschappij gevoerd hebben. Eerst daarna komen uit
„de heiligenlevens en uit de cartularia van St. Baafs en St.
„Pieter namen van plaatsen in de Vlaamsche kuststreek te
„voorschijn. Spoedig worden ook Aardenburg en Oostburg
„vermeld. Het terrein tusschen deze beide plaatsen schijnt
„tegen het einde der 8ste eeuw nog met de zee gemeen ge
legen te hebben, want in 793 worden de schorren van
„Combescura aan de abdij van St. Pieter gegeven."1)
Ook hier heeft dus veel landaanwinning plaats gevonden
1) Van Empel en Pieters, Zeeland door de eeuwen heen, I, blz. 131.
