97 daarna, ook voor Zeeland, zooals hier blijkt uit de bergen- aanleg, begint de tijd van verweer tegen den aanval der zee, slechts volgehouden door voortdurende aanleg van „inseten" of inlagen, als gevolg van de sterke verwijding der zeegaten. Zonder onderbreking begint dus dit landverlies reeds in den Laat-Karolingischen tijd, en is tot in onzen tijd, hoewel sterk beteugeld, voortgezet. Daarnaast is natuurlijk ook veel winst te boeken, vooral in de laatste eeuw. Het is dit proces van verdieping en verbreeding der zee gaten en rivierarmen, van het aantasten en geleidelijk af brokkelen der breede voorlanden, om tenslotte te eindigen in dijkvallen en oeverafschuivingen, dat veel meer van Zee- lands bodem heeft vernield, dan gewoonlijk wordt aange nomen. In deze tijd nu is het ontstaan van de Zoute Hayman te plaatsen. Uit ons onderzoek is gebleken, en ook is het van de kaart af te lezen, dat in het bijzonder de noordelijke smalle uit einden der duinen steeds sterk zijn aangetast. Alvorens dit in bijzonderheden te vermelden, dienen wij eerst de gronden mede te deelen waarop zoowel het voor gaande als het volgende rust Vroege, d.w.z. Germ. Rom. en ook Karol. scherven komen voor aan de Noordzijde van Schouwen, binnenduins aan de Zuidzijde, te Westenschouwen, aan de Noordzijde van Wal cheren, en daar tegenover op Noordbeveland aan de Onrust polder. Daarnaast zijn uit vroegere eeuwen bij Goedereede de vondsten der ..Oude Wereld" bekend. Overal dus, waar hier herdijkt is, blijkt toch de vroegere bewoning dikwijls zelfs, zooals op Noordbeveland, is de oude humuslaag hier cn daar nog te herkennen. Op het Breezand werden in 1839 Rom. en latere munten t) gevonden onze conclusie is dus, dat dezelfde overstroomin- 1) Rethaan Macaré. 7'weede Verhandeling over de bij Domburg ge vonden munten. Archief I. 1856, blz. 7. Archief 1937. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 151