99 op Walcheren evenwel zijn de gegevens daarover minder nauwkeurig en betrouwbaar dan op Schouwen. De herdijkingen, de Goede en Boone, de Oranjebosch, de Beekhoeks, de Vrouwen de Gerste en de Noordernieuwland- polders vallen meest in de 13e eeuw of later. De binnendijken zijn hier niet afgegraven, als op Schouwen. Nauwkeuriger dateering is van dit alles niet mogelijk, even min of thans voor ons ligt de eerste herdijking of wel een latere, na hernieuwde inbraak der zee. Dit laatste vooral is van belang en zou den indruk wekken van geheel nieuwe vormingen, terwijl toch overal de oude bodem bewaard moet zijn gebleven. De muntvondsten op het Breezand, de scherven bij fort Den Haak en ook aan de Onrustpolder wijzen met beslistheid aan dat al deze nieuwvormingen rusten op een vroegeren grondslag naast de humuslagen vormt dit alles een waardevol gegeven voor deze vroege tijden. Ook de tweede periode is dus thans te overzien na de sterke bedreiging door de zee in Laat-Karol. tijd en het op werpen der Vluchtbergen zijn zeer ernstige overstroomingen gevolgd, zooals de ligging der nog herkenbare Hayman- landen aanwijst. Zonder twijfel hebben ook op Walcheren en bij Ouddorp vele van deze na overstrooming hun vrijdom verloren, terwijl ze op Schouwen den naam Zoute Hayman kregen. De herdijking, evenals in Vlaanderen in de 12e en 13e eeuw te stellen1zal, evenals de eerste bedijking, wel in hoofd zaak door de geestelijkheid geleid en ter hand genomen zijn. En waarschijnlijk zijn in hetzelfde tijdperk te dateeren de aanleg van den Meel- of Middeldijk tusschen de polders Burgh en Schouwen en die bij Ouddorp tusschen het Oude land van Diepenhorst en de Oude Oostdijk. Van de laatste is niet anders bekend dan dat ook de benamingen der polders op zeer vroege tijden wijzen. De Meeldijk bij Burgh is oorzaak geweest van de fantasieën over een reeds vroeg verloren zesdedeel van Schouwen, te vinden bij Boxhorn. 1) Van Empel en Pieters, Zeeland door de eeuwen heen, I, b!z. 132.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 153